Metingen
Drukmetingen
1.
Schakel de meter in met behulp van de stroomknop
2.
Gebruik de P/V/F knop om naar de drukmeetmodus te gaan (het 'PRESS'
displaysymbool verschijnt).
3.
Het hoofddisplay geeft meter of differentiële drukmetingen (in het bereik van ±5000Pa)
in de volgende (selecteerbare) meeteenheden weer: PSI, mbar, Pa, inH2O en
mmH2O. Om de weergegeven meeteenheid voor druk te wijzigen, gebruik de UNIT
▼knop.
4.
Omgevingstemperatuurmetingen verschijnen in de rechterbovenhoek van de LCD op
het secundair display. Om de weergegeven meeteenheid voor temperatuur te
wijzigen, gebruik de F/C ▲knop.
5.
Voor meter drukmetingen, sluit een enkele slang aan op de INPUT (+) poort en sluit
niets aan op de REF (-) poort.
6.
Met het andere uiteinde van de aangesloten slang open voor omgevingsfactoren,
druk en houd de HOLD ZERO knop ingedrukt totdat de meterdisplay een reeks van
knipperende 'o' symbolen en dan nullen weergeeft. De drukdisplay van de meter
wordt op nul ingesteld.
7.
Sluit de aangesloten slang aan op de te testen druk en lees de drukwaarde van het
display af.
8.
Voor differentiële (manometer) drukmetingen, sluit de slang aan op de INPUT (+)
poort en de REF (-) poort. De meter geeft een positieve meting weer als de INPUT (+)
druk groter dan de REF (-) is en een negatieve meting als REF (-) groter dan INPUT
(+) is.
Luchtsnelheidmetingen
1.
Druk op de PVF knop om de luchtsnelheidmeetmodus te selecteren. Het VEL
displaysymbool verschijnt op het LCD.
2.
Gebruik de UNIT ▼ knop om de gewenste meeteenheid (m/s, ft/min, km/u, MPU,
knopen) te selecteren.
3.
Het hoofddisplay van de meter geeft de luchtsnelheidsmeting weer. Het secundair
display (rechtsboven in de LCD) toont de omgevingstemperatuurmeting.
4.
Sluit de slangen aan op de pitotbuis en de meter. De "Input (+)" drukpoort op de
meter sluit aan op de witte slang van de totale drukaansluiting van de pitotbuis. De
"Ref (-)" drukpoort op de meter sluit aan op de zwarte slang van de statische
drukaansluiting van de pitotbuis.
5.
Als de snelheidsmeting een negatieve waarde op het display weergeeft, zorg dan dat
de slangen op de juiste poorten van de meter en de pitotbuis zijn aangesloten.
6.
Met de pitotbuis open voor omgevingsfactoren, druk en houd de HOLD ZERO knop
gedurende 2 seconden ingedrukt om het display op nul in te stellen.
7.
Plaats de mond van de pitotbuis in de richting van de te testen opkomende
luchtmassa en lees de waarde van de luchtsnelheidsmeting op de LCD af.
.
9
HD350 –EU-NL-V3.0-08/10