10
Problemen oplossen
Dit hoofdstuk moet het onderhoudspersoneel in staat stellen om aan de hand van foutmeldingen en symptomen
operationele storingen op te sporen en te verhelpen.
Waarschuwing
Brandgevaar door verkeerde parameterinstellingen.
Lasergebruik met onjuiste parameterinstellingen, zoals vermogen, snelheid of frequentie, kan leiden tot
vlamvorming.
–
Het lasergebruik is alleen onder toezicht toegestaan.
Voorzichtig
Systeemstoringen die niet verholpen kunnen worden, kunnen schade aan de machine veroorzaken.
–
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke
technische dienst.
10.1
Foutmelding, oorzaak en oplossing
Probleem
Te geringe graveerdiepte.
Onscherpe randen.
Ontbrekende snijlijnen.
Golfvormige lijnen.
Geen zichtbare markering.
Fijne details in de stempelgravure
worden te dun gegraveerd.
Mogelijke oorzaak
Onnauwkeurige scherpstelling.
•
Vuile optiek.
•
Onnauwkeurige scherpstelling.
•
0 doorgangen in de
•
materialendatabase.
Te sterkte lijndikte in CorelDraw.
•
Kleur werd in de soware
•
overgeslagen.
Losse lens.
•
Te weinig laservermogen.
•
Te hoge snelheid.
•
Geen scherpstelling.
•
Gebruik van een verkeerd
•
focusgereedschap.
Te steile stempelrand.
•
Problemen oplossen
Oplossing
Scherpstelling controleren.
•
Optiek reinigen.
•
Scherpstelling controleren.
•
Doorgangen verhogen in de
•
materialendatabase.
Lijndikte verminderen.
•
Kleur in de materialendatabase op
•
'snijden' zetten.
Controleer de lens en de
•
lenshouder.
Laservermogen verhogen.
•
Snelheid verminderen.
•
Scherpstelling controleren.
•
Focusgereedschap veranderen.
•
Bij gebruik Autofocus: instellingen
•
in de soware controleren (lens,
materiaaldikte, tafel).
De rand veranderen of een andere
•
rand kiezen (vlak/gemiddeld/steil):
in Opties - Procesopties - Stempel.
79