Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Bypass Klep (121); Werking Beveiligingsklep (31); Werking Van Het Toestel Bij Dreigende Bevriezing; Beschikbare Ventilatorcapaciteit - Agpo Ferroli HR OPTIFOR OT-V Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

11.3 Werking bypass-klep (121)
Op het display (101, fig.11.2) kan een streeftemperatuur
worden ingesteld. Standaard staat deze op 21°C.
De bypass-klep (121, fig. 11.3) gaat open als:
sensor (T3) een temperatuur meet die hoger (a) is
dan de streeftemperatuur (fig. 11.4).
sensor (T1) een temperatuur meet die lager (max.
2a) is dan de streeftemperatuur (fig. 11.4).
Bij een geopende bypass-klep stroomt een deel van de
warme afvoerlucht langs de warmtewisselaar (161)
waar-door de toevoerlucht (veel) minder wordt opge-
warmd en de ingestelde (gewenste) temperatuur wordt
nagestreeft.
De bypass-klep (121) sluit als sensor (T1) een tempera-
tuur lager dan 2a meet (na een tijdinterval (b) van max.
30 min. (antipendeltijd)).
Figuur 11.4 Werking bypass-klep
Naast de hierboven beschreven automatische werking
opent de klep ook als de toevoer ventilator wordt uitge-
schakeld (zie H2).
De klep sluit altijd als er CV-warmtevraag is of als de
toevoer ventilator weer wordt ingeschakeld.

11.4 Werking beveiligingsklep (31)

Het doel van de beveiligingsklep (31) is om te voorko-
men dat afvoerlucht vanuit het afvoerkanaal, via het
ventilatie-toestel, terug naar de woning kan stromen.
Daarnaast bewaakt de klep de minimale flow (100m
van de afvoerventilator. Als de klep minder dan 100m
waarneemt, wordt afvoer-ventilator (16A) opgetoerd.
De beveiligingsklep wordt bij het opstarten van het
toestel en tijdens werking 1 x per 24uur op werking
gecontroleerd. Hierbij kan de afvoer ventilator even stil
komen te staan.
26
Figuur 11.3 Bypass-klep
3
/h)
3
/h
11.5 Werking van het toestel bij
dreigende bevriezing van de
warmtewisselaar
Als de vorstbeveiligingssensor (T4) een temperatuur
lager dan 2°C meet, wordt de vorstbeveiligingsregeling
ingeschakeld. In dat geval wordt de toevoerventilator
(16T) afgetoerd om de temperatuur (T4) te stabiliseren
en te verhogen tot boven 2°C. Normaal gesproken is
deze regeling voldoende om het toestel vorstvrij te
houden.
Als de toevoerventilator (16T), als gevolg van deze
regeling, volledig wordt uitgeschakeld en er door
bijvoorbeeld wind-druk nog steeds luchtstroming door
het toestel is, is er een bevriezingsrisico. Dit risico
wordt door beveiligingsklep (31) waargenomen aange-
zien deze steeds de afvoerventilator (16A) moet
3
optoeren om op 100m
/h afvoerstroom te blijven.
Als afvoerventilator (16A) op meer dan +20% boven zijn
ingestelde waarde werkt (menu P31, P32 of P33), wordt
aangenomen dat de wisselaar aan het bevriezen is. In
dat geval wordt het ontdooiprogramma opgestart.
Het ontdooiprogramma houdt in dat de bypass-klep
wordt geopend. Op basis van de buitentemperatuur en
de omgevingstemperauur kan de wisselaar ontdooien.
Na 6 uur sluit de bypass-klep en wordt de aansturing
van de ventilator bepaald. Wanneer er geen verbetering
is, wordt de bypass-klep direct weer geopend.
Als de wisselaar is ontdooid, is dit merkbaar omdat er
minder ventilatorvermogen nodig is om een afvoer-
stroom van 100m
3
/h te behalen. Tijdens het openen van
de bypass-klep neemt het toerental van de afvoer-
ventilator met 10% af. Aangezien dit in een kort tijdsbe-
stek gebeurd, kan dit als geluid worden waargenomen.

11.6 Beschikbare ventilatorcapaciteit

De grafieken van figuur 11.6 geven de externe beschik-
bare druk in relatie tot de volumestroom weer.
DRUK (in milibar en pascal);
De totale kanaalweerstand is het drukverschil aan de
toevoer en afvoerzijde van de kanalen. Deze weerstand
moet door de toestel ventilatoren overwonnen worden.
Daarom is het drukverschil over het toestel gelijk aan de
totale kanaalweerstand. De druk moet aan de wand van
het kanaal gemeten worden of met een statische druk
meet buis. Bij beide meetmethode mag er aleen maar
stroming langs het meet punt zijn en geen stroming het
meetpunt in.
VOLUME (in liters per seconde en kubikemeter per uur);
Het weergegeven volume is som van de gemeten
volumens op de inblaas of afzuig ventielen.
LET OP ! !
Tijdens de metingen moet de bijpass klep
gesloten zijn, en de buitentemperatuur boven
de 0°C zijn. Verder mogen de bypass klep en de
beveiligingsklep de werking van het toestel niet
beïnvloeden (stekkers losnemen!). Herstel de
werking van het toestel na de meting door de stek-
kers terug te steken en het toestel te resetten

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave