BELANGRIJK:
* De in de tabel vermelde cijfers zijn uitsluitend ter informatie bedoeld. Ze moeten worden gecontroleerd
en gebruikt overeenkomstig de lokale/nationale voorschriften. Ze hangen ook af van het type
installatie en stroomdraden.
** Het gepaste spanningsbereik moet worden nagekeken op het gegevenslabel op de unit.
Klemmenblok
Verbindingskabel
binnenunit
1
2
SIG
m
De stroomvoorziening moet uitgerust zijn met een
hoofdschakelaar (uitschakeling van alle polen), met
een afstand van minstens 3 mm tussen de contacten.
• Alle draden moeten stevig aangesloten zijn.
• Zorg ervoor dat de draden niet in contact komen met de koelmiddelleidingen, compressor of bewegende onderdelen.
• De verbindingskabel tussen de binnenunit en de buitenunit moet worden vastgeklemd met behulp van de meegeleverde kabelklem.
• De voedingskabel moet gelijk zijn aan H07RN-F, wat de minimumvereiste is.
• Zorg ervoor dat geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemmen en draden.
• Zorg ervoor dat alle deksels stevig vastzitten, om spleten te voorkomen.
• Gebruik een ronde sluitklem om de draden aan te sluiten op het klemmenblok van de stroomvoorziening. Sluit de draden aan op de overeenkomstig
gemarkeerde klemmen. (Raadpleeg het bedradingsschema bij de unit.)
• Gebruik de juiste schroevendraaier om de schroeven van de klemmen vast te draaien. Niet-gepaste schroevendraaiers kunnen de schroefkop beschadigen.
• Overmatig vastdraaien van de klemschroeven kan de schroeven beschadigen.
• Sluit de draden van verschillende diameters niet aan op dezelfde klem.
• Houd de bedrading netjes georganiseerd. Zorg ervoor dat de bedrading geen onderdelen of het deksel van de klemmendoos belemmert.
Sluit de draden van dezelfde
meter langs beide kanten aan.
DE ELEKTRISCHE BEDRADING AANSLUITEN
Klemmenblok
buitenunit
1
2
SIG
L
N
Voedingskabel
Netvoeding
N / L2
L / L1
Zekering/
Hoofdschakelaar
circuitonderbreker
Gebruik het gepaste type draad
en maak hem stevig vast.
Isolatiemouw aanbrengen
Ronde sluitklem
Sluit de draden van dezelfde
meter langs één kant aan.
Model
Spanningsbereik**
Kabeldiameter voedingskabel*
Aantal stroomdraden
Kabeldiameter verbindingskabel*
Aantal stroomdraden
Aanbevolen vermogen zekering/
circuitonderbreker
* Als de lengte van de kabel meer dan 2 m is, gebruik
dan een dikkere kabel.
Zet de draadhouder stevig vast, zodat de
klemmen niet te veel worden belast.
Elektriciteitsdraad
Sluit geen draden van
verschillende diameters aan.
1-10
ATXB50/60CV1B
ARXB50/60CV1B
220-240V/~/50Hz +
mm
2,5
2
3
mm
2,5
2
4
A
20
Aansluitblok
voeding
Leg de draden zo, dat het
onderhoudsdeksel en het
deksel van de afsluiter
naadloos gesloten
kunnen worden.