De gasklep wordt afgesteld met twee schroeven (figuur
23):
– De offset stelschroef voor laag vermogen.
– De Ratio schroef voor hoog vermogen.
Figuur 22 - Hoofdonderdelen van de gasklep
1
2
3
5 6
7
Figuur 23 - Hoofdonderdelen van de gasklep HR80
- 120
1. Regelventiel (EV1)
2. Offsetschroef
3. Waakvlam-
gasstroombegrenzer
4. Gas-luchtstelschroef
5. Inlaatdruksensor
6. Uitlaatdruksensor
De luchtverwarmer moet eerst worden ingeschakeld op
hoog vermogen.
LET OP
Sluit de luchtopeningen van de gas-luchtmixer
tijdens ontsteking als de luchtverwarmer tijdens het
aansteken niet ontsteekt. Gebruik je wijsvinger. Het
gasmengsel wordt dan rijker en zal gemakkelijker
ontbranden.
22
8
4
10
9
12
11
7. Regelventiel (EV2)
8. Waakvlamuitlaat
9. Gasuitlaat
10. Openingen voor het
repareren van de
flenzen (M5)
11. Extra klepbehuiz-
ingsbevestigings-
punten
12. Lucht-in-signaal
Zoek naar de juiste CO
§3.2. Pas de CO
0,3%:
1. Controleer de CO
2. Draai de Ratio stelschroef naar rechts om de CO
waarde te verlagen.
3. Draai de ratio stelschroef naar links om de CO
waarde te verhogen .
4. Controleer de CO
De CO
2
dan op hoog vermogen.
5. Draai de offset schroef naar links om de CO
waarde te verlagen .
6. Draai de Offset stelschroef naar rechts om de CO
waarde te verhogen .
7. Keer terug naar hoog vermogen (Hi) en stel de CO
waarde bij met de ratio stelschroef.
8. Keer terug naar Laag vermogen (Lo) en stel de CO
waarde bij met de offset stelschroef.
9. Herhaal de bovenstaande stappen totdat beide
CO
-waarden in orde zijn.
2
GEVAAR!
Meet altijd de CO-productie van de
luchtverwarmer. Te veel CO betekent meestal dat het
gasmengsel te rijk is. Pas dit indien nodig aan met de
gasklep (figuur 23).
11
8.2. Converteren naar een ander
gastype
PAS OP!
Het gastype van de luchtverwarmer mag
alleen worden geconverteerd door de fabrikant of zijn
vertegenwoordiger. Neem contact op met uw leverancier
voor meer informatie.
-waarde voor de luchtverwarmer in
2
-waarde aan als het verschil meer is dan
2
-waarde op hoog vermogen (Hi).
2
-waarde op laag vermogen (Lo).
2
-waarde op laag vermogen moet lager zijn
-
2
-
2
-
2
-
2
-
2
-
2