Stap 3 - Circuit doorspoelen en vullen
7
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
70
170
32
°F
0
80
°C
• Schakel de watertoevoer in en
open de vul- en aftapkranen�
9
• Purgeer totdat het afgevoerde
water helder en luchtvrij is� Sluit
eerst de retourklep van het circuit
en daarna de stroomklep�
11
• Open, indien aanwezig, de
circulatie-isolatieklep van de
mengeenheid, aangegeven door
de verticale gleuf, om deze te
ontluchten en te vullen�
13
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
10
70
170
32
°F
0
°C
80
• Open de ontluchters op de
aanvoer- en retourarmen, totdat
alle lucht is verdreven en het
water is afgevoerd�
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
10
70
170
32
°F
0
80
°C
8
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
10
70
170
32
°F
0
80
°C
• Open eerst de doorstroomklep
van het circuit en daarna de
terugstroomklep�
10
40
30
50
40
30
50
90
110
90
110
20
60
20
60
130
130
70
70
150
50
150
50
10
70
10
70
170
32
170
°F
0
80
32
°C
°F
0
80
°C
• Herhaal stap 6 en 7 voor alle
resterende circuits en vervang de
borgringen van de debietmeter�
12
• Sluit de afvoerklep van de
retourarm�
40
30
50
14
90
110
20
60
130
70
150
50
70
10
170
32
°F
0
80
°C
• Sluit de vulklep van de
stroomarm, schakel uit en
ontkoppel de watertoevoer�
19