Stap 3 - Circuit doorspoelen en vullen
20
10
Het is belangrijk dat het verdeelstuk en de aangesloten circuits worden
doorgeblazen voordat het systeem wordt gekalibreerd, om alle lucht te
verwijderen die na de installatie in het leidingwerk is achtergebleven�
De doppen op de vul-/aftapkranen fungeren als sleutel voor het openen en
sluiten van zowel de kleppen als de handbediende ontluchters�
1
30
90
20
70
50
10
32
°F
0
°C
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
10
70
170
32
°F
0
80
°C
• Zorg ervoor dat beide primaire
afsluiters gesloten zijn�
3
• Zorg ervoor dat de vul-/
aftapkleppen gesloten zijn,
gebruik de afdekdop zoals
afgebeeld�
5
• Verwijder het afsluitdeksel van de
debietmeter en bewaar het veilig,
sluit de debietkleppen�
De maximaal toegestane druk tijdens het doorblazen en vullen is
10 bar�
Standaard 3/4" kraanaansluitingen kunnen worden gebruikt om de
toevoerleiding aan te sluiten op de vul-/aftapkranen
40
30
50
90
110
60
130
70
150
50
70
170
32
°F
0
80
°C
40
50
110
60
130
150
70
170
80
2
• Sluit, indien aanwezig, de
circulatiepomp-afsluiter van
de mengeenheid, aangegeven
door de horizontale gleuf, om
te voorkomen dat water de
secundaire circuits kan omzeilen�
4
• Sluit de terugslagkleppen
met behulp van de
inbedrijfstellingsdoppen�
6
20
50
10
0
°C
• Bevestig een geschikte
toevoerleiding aan de vulklep van
de stromingsarm en een geschikte
afvoerleiding aan de afvoerklep
van de retourarm�
18
40
30
50
90
110
20
60
130
70
150
50
10
70
170
32
°F
0
80
°C
40
30
50
90
110
130
60
70
150
70
170
32
°F
80