Lijst met parameters
MODE: DUAL
Parameter
DUAL MODE
DUAL TYPE
DUAL LINK
D2 TIME
D2 FEEDBACK
D2 E. LEVEL
MODE: VINTAGE DIGITAL
Parameter
TYPE
FILTER
TIMEx2
DELAY PHASE
FEEDBACK PHASE
MODE: TAPE
Parameter
TYPE
TAPE HEAD
MODE: ANALOG
Parameter
STAGE
CONTROL
Parameter
TAP/CTL
CTL FUNC
CTL 1/2 PREF
CTL 1/2 FUNC
CTL 1/2 MODE
EXP PREF
EXP FUNC
14
Beschrijving
Geeft op of de twee delays in serie of parallel geschakeld zijn.
Selecteert het type delay.
Koppel de delaytijd en feedback van de tweede delay aan de instellingen van de eerste delay.
Geeft de delaytijd van de tweede delay op. Dit is hetzelfde als de [TIME/VALUE]-regelaar.
Regelt de hoeveelheid feedback (herhaling) voor de tweede delay. Hogere waarden produceren een
groter aantal delayherhalingen. Dit is hetzelfde als de [FEEDBACK]-regelaar.
Wijzigt het volume van het tweede delaygeluid. Dit is hetzelfde als de [E. LEVEL]-regelaar.
Beschrijving
Selecteert het type apparaat waarop de parameter is gebaseerd.
Schakelt de high cut-filter in/uit wanneer TYPE is ingesteld op "SDE-3000".
Geeft op of de samplefrequentie wordt gehalveerd en de delaytijd verdubbeld wanneer TYPE is
ingesteld op "SDE-2000" of "SDE-3000".
Geeft de fase van het delaygeluid op wanneer TYPE is ingesteld op "SDE-2000" of "SDE-3000". Als u INV
selecteert, wordt de fase omgekeerd.
Geeft de fase van de feedback van het delaygeluid op wanneer TYPE is ingesteld op "SDE-2000" of "SDE-
3000". Als u INV selecteert, wordt de fase omgekeerd.
Beschrijving
Selecteert het type apparaat waarop de parameter is gebaseerd.
Selecteert de weergavekop(pen) die moet(en) worden gebruikt wanneer TYPE is ingesteld op "RE-201".
Weergavekoppen 2/3 bieden delaytijden die twee of drie keer langer zijn dan weergavekop 1.
Beschrijving
Geeft het aantal BBD-fasen op. De delaytijd verlengt in verhouding tot het aantal fasen.
Beschrijving
Geeft op of de [TAP/CTL]-schakelaar wordt gebruikt als TAP of als CTL.
Geeft op hoe de [TAP/CTL]-schakelaar werkt als u erop drukt wanneer deze wordt gebruikt als CTL.
Geeft op of de CTL 1/2-schakelaar voor elke patch een andere instelling heeft of dat dezelfde instelling
wordt gedeeld door alle patches.
Geeft de bewerking weer die optreedt wanneer u op de CTL 1/2-schakelaar drukt.
Geeft op of de instelling alleen is ingeschakeld wanneer de CTL 1/2-schakelaar wordt ingedrukt of dat de
instelling wordt in- en uitgeschakeld telkens wanneer u op de schakelaar drukt.
Geeft op of het EXP-pedaal voor elke patch een andere instelling heeft of dat dezelfde instelling wordt
gedeeld door alle patches.
Geeft de bewerking weer die optreedt wanneer u op het EXP-pedaal drukt.