5
Installatie
OPMERKING
Schade aan de warmtepomp door water!
Elektrische aansluitingen en elektronica kunnen beschadigd raken bij
blootstelling aan water. De toestelmantel voldoet voor de beschermklas-
se van de warmtepomp.
▶ De warmtepomp mag niet buiten worden opgeslagen zonder de zijpa-
nelen, frontplaat en dak.
▶ Monteer de zijpanelen, frontplaat en dak direct nadat de aansluitin-
gen zijn uitgevoerd.
5.1
Transport
De warmtepomp moet altijd rechtop worden getransporteerd en opge-
slagen. Deze mag tijdelijk worden gekanteld, maar niet worden neerge-
legd.
De warmtepomp mag niet bij temperaturen lager dan – 20 °C worden
opgeslagen.
De warmtepomp kan aan de grepen worden gedragen.
5.1.1
Transportbeveiligingen
De warmtepomp heeft een transportbeveiliging (schroef), die duidelijk
is aangegeven met een rode markering. De transportbeveiliging voor-
komt dat de warmtepomp transportschade oploopt. Schroef de trans-
portbeveiliging eraf.
1
Afb. 13 Transportbeveiliging
[1]
Transportbeveiliging
[2]
Rode wijzer
5.2
Uitpakken
▶ Verwijder de verpakking overeenkomstig de handleiding op de ver-
pakking.
Compress 6000|7000i AW – 6721824838 (2022/03)
2
▶ Pak de meegeleverde toebehoren uit.
▶ Controleer de leveringsomvang op volledigheid.
5.3
Checklist
Elke installatie is individueel verschillend. De de volgende checklist geeft
een algemene beschrijving van de installatieprocedure.
1. Monteer en veranker de warmtepomp op een stabiele ondergrond.
2. Monteer de condensafvoerbuis van de warmtepomp en eventueel de
tracing.
3. Sluit de warmtepomp aan op de binnenunit.
4. Sluit de CAN-BUS-leidingen aan op de warmtepomp en binnenunit.
5. Sluit de voedingsspanning van de warmtepomp aan.
6. Monteer de zijplaten en het deksel van de warmtepomp.
5.4
Montage
5.4.1
Montage van de warmtepomp
VOORZICHTIG
Gevaar voor beknelling of lichamelijk letsel!
De warmtepomp kan kantelen, wanneer deze niet goed is verankerd.
▶ Veranker de warmtepomp op de vloer.
OPMERKING
Montageproblemen/storingen bij het opstellen op een hellend op-
pervlak!
Het monteren van de zijplaten en het deksel wordt hierdoor moeilijker.
De condensafvoer en de werking worden nadelig beïnvloed.
▶ Waarborg, dat de hoek van de warmtepomp in de dwars- en langs-
richting niet meer dan 1% is.
▶ Schroef de warmtepomp op de ondergrond vast met daarvoor ge-
schikte schroeven.
▶ Richt de warmtepomp met behulp van de voeten horizontaal uit.
1 2
3
Afb. 14 Bevestigen van de warmtepomp
[1]
Voeten
[2]
4 stuks M10 x 120 mm (niet meegeleverd)
[3]
Draagkrachtige, vlakke ondergrond, bijv. betonnen fundering
Installatie
1
2
3
11