2
Druk op de
wi
- of
wj
temperatuurinstelpunt weer te geven en vervolgens om de juiste
temperatuur in te stellen.
Het actuele temperatuurinstelpunt verschijnt alleen op het
display wanneer u op de
Als u 5 seconden lang op geen knop drukt, verdwijnt het
temperatuurinstelpunt opnieuw automatisch van het display.
Temperatuurbereik
voor
huishoudelijk gebruik: 30°C tot 78°C
3
Druk op de
v
-knop om de verwarming van water voor
huishoudelijk gebruik (
w
w
Het symbool
verdwijnt van het display.
y
LET OP
De
-knop heeft geen invloed op de verwarming van
water voor huishoudelijk gebruik. De verwarming van
water voor huishoudelijk gebruik kan alleen met de
v
-knop worden in- en uitgeschakeld.
Krachtige verwarming van water voor huishoudelijk gebruik
selecteren
1
Druk gedurende 5 seconden op
verwarming van water voor huishoudelijk gebruik te activeren.
De symbolen
w
en
m
beginnen te knipperen.
De krachtige verwarming van water voor huishoudelijk gebruik
wordt automatisch gedeactiveerd zodra het instelpunt voor het
warm water voor huishoudelijk gebruik is bereikt.
Geluidsarme werkingsstand selecteren (
1
Druk op de
s
-knop om de geluidsarme werkingsstand te
activeren (
s
).
Het symbool
s
verschijnt op het display.
Als de controller op gebruikersniveau 2 of 3 staat (zie
instellingen" op pagina
gebruikt.
Werking met weersafhankelijk instelpunt selecteren (alleen in de
verwarmingsstand)
ba
1
Druk op de
-knop om de werking met weersafhankelijk
instelpunt te selecteren.
Het symbool
a
verschijnt op het display samen met de
omschakelwaarde. De omschakelwaarde wordt niet weer-
gegeven indien deze 0 bedraagt.
2
Stel de omschakelwaarde in met de
Bereik voor de omschakelwaarde: –5°C tot +5°C
Actuele temperaturen weergeven
1
Druk gedurende 5 seconden op de
Het symbool
b
en de temperatuur van het uitlaatwater ver-
schijnen op het display. De symbolen
2
Met de
pi
- en
pj
-knop stelt u de weergave in van:
•
De buitentemperatuur (het symbool
•
De temperatuur van het water in de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik (symbool
•
De temperatuur van het uitlaatwater (
Als 5 seconden lang geen knop wordt ingedrukt, verlaat de
controller de weergavestand.
Werking van de weektimer
In de weektimerwerking wordt de installatie bestuurd door de
weektimer. De in de weektimer geprogrammeerde acties worden
automatisch uitgevoerd.
De weektimer volgt altijd de laatste opdracht totdat een nieuwe
opdracht wordt gegeven. Dit betekent dat de gebruiker tijdelijk
manuele werking voorrang kan geven op de laatst uitgevoerde
geprogrammeerde opdracht (zie
weektimer neemt de besturing van de installatie opnieuw over bij de
eerstvolgende geprogrammeerde opdracht van de weektimer.
Met een druk op de
pr
-knop wordt de weektimer in- (symbool
weergegeven) of uitgeschakeld (symbool
E(D/B)(H/L)Q011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem en opties
4PW51122-1
-knop om het actueel ingestelde
wi
- of
wj
-knop hebt gedrukt.
verwarmen
van
water
) te deactiveren.
v
om de krachtige
s
)
10), kan de
s
-knop niet worden
bi
- en
bj
-knop.
ba
-knop.
l
en
=
knipperen.
u
knippert).
w
knippert).
=
knippert).
"Manuele werking" op pagina
p
niet weergegeven).
LET OP
voor
Het geprogrammeerde schema werkt op basis van
tijd. Daarom is het van essentieel belang dat de klok
en de dag van de week correct worden ingesteld.
Raadpleeg
Stel de zomer- en wintertijd manueel in. Raadpleeg
"De klok instellen" op pagina
Bij een stroomonderbreking van meer dan één uur
worden de klok en de dag van de week teruggesteld.
De weektimer blijft werken, maar met een verkeerd
ingestelde klok. Raadpleeg
pagina 4
regelen.
De in de weektimer geprogrammeerde acties gaan bij
"Lokale
een stroomonderbreking niet verloren zodat u de
weektimer niet opnieuw hoeft te programmeren.
Om de WEEKTIMER in te stellen, zie hoofdstuk
programmeren en raadplegen" op pagina
Wat kan de weektimer doen?
Met de weektimer kan het volgende worden geprogrammeerd:
1.
Verwarmen en koelen van ruimten (zie
koelen of verwarmen van ruimten" op pagina
De gewenste stand op een bepaald tijdstip inschakelen, in
combinatie met een instelpunt (weersafhankelijk of manueel
ingesteld).
geprogrammeerd, in totaal dus 35 acties.
LET OP
Wanneer de unit op een externe kamerthermostaat is
aangesloten, heeft deze externe kamerthermostaat
voorrang op de weektimer voor het koelen en
verwarmen van ruimten.
2.
Geluidsarme stand (zie
of
verwarmen
programmeren" op pagina
Schakel de stand in of uit op een geprogrammeerd tijdstip. Per
stand kunnen vijf acties worden geprogrammeerd. Deze acties
worden dagelijks herhaald.
3.
Boosterverwarming
verwarming of verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
programmeren" op pagina
Laat boosterverwarming al of niet toe op een geprogrammeerd
tijdstip. Per stand kunnen vijf acties worden geprogrammeerd.
Deze acties worden dagelijks herhaald.
4.
Verwarmen
"Geluidsarme stand, boosterverwarming of verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik programmeren" op pagina
5). De
Schakel de stand in of uit op een geprogrammeerd tijdstip. Per
stand kunnen vijf acties worden geprogrammeerd. Deze acties
worden dagelijks herhaald.
p
Gebruik alleen de
pr
-knop om de weektimer in
of uit te schakelen. De weektimer heeft voorrang
op de
y
-knop. De
y
-knop heeft slechts tot de
volgende geprogrammeerde actie voorrang op de
weektimer.
Wanneer
de
automatische
uitgeschakeld is, zal de weektimer niet worden
geactiveerd wanneer de unit na een onderbreking
van de voeding weer stroom krijgt. Druk op de
pr
-knop om de timer weer in of uit te schakelen.
Bij herstelling van de stroomvoorziening na een
onderbreking van de voeding worden door de
automatische herstartfunctie de instellingen van
de gebruikersinterface van vóór de onderbreking
van de voeding hersteld.
Laat de automatische herstartfunctie dan ook bij
voorkeur ingeschakeld.
"De klok instellen" op pagina
4.
"De klok instellen" op
om de klok en de dag van de week te
7.
Per
weekdag
kunnen
vijf
"Geluidsarme stand, boosterverwarming
van
water
voor
huishoudelijk
9).
(zie
"Geluidsarme
9)
van
water
voor
huishoudelijk
herstartfunctie
4.
"Weektimer
"Programmeren van
8)
acties
worden
gebruik
stand,
booster-
gebruik
(zie
9)
Gebruiksaanwijzing
6