Inbouwvoorbeelden
NRG 111-51
G 1
DN 50
n
o
≤
90 °
∅ 20
Fig. 20
Beschermbuis (lokaal)
bij toepassing als
inwendige waterstand-
begrenzer
Legenda
g
Flens PN 40, PN 63, PN 160, PN 320,
DN 50, DIN EN 1092-01 (enkele elektrode)
Flens PN 40, PN 63, PN 160, DN 100,
DIN EN 1092-01 (elektrodencombinatie)
h
Voorbeproeving van de sok met
aansluitflens in het kader van de
ketelbeproeving uitvoeren.
i
Ontluchtingsopening
Gat zo dicht mogelijk bij de
ketelwand plaatsen!
j
Elektrodenstaaf d = 8 mm
k
Beschermbuis DN 80
(in Frankrijk conform AFAQ ≥ DN 100
l
Laag niveau NW
m
Reduceerstuk DIN 2616-2,
K-88,9 x 3,2- 42,4 x 2,6 W
vervolg
u
h
≥ 14
i
j
p
k
l
m
Fig. 21
Schuine inbouw bijv. in
stoomketels
Aansluiting/aansluitflens
DN 50
Fig. 22
≥
DN 20
u
≥
DN 20
Meetvat bij toepassing als uitwen-
dige waterstandbegrenzer
n
Hoog niveau HW
o
Elektrodenafstand
(lucht- en kruiptrajecten)
p
Steunen/aansluitflens DN 50
q
Warmte-isolatie door klant, d=20 mm
(uitgezonderd de warmte-isolatie van de
stoomketel)
r
Beschermbuis DN 100
s
Reduceerstuk DIN 2616-2,
K-114,3 x 3,6- 48,3 x 2,9 W
t
≥
Meetvat
DN 80
u
GESTRA kapflens PN 320, DN 50,
DIN EN 1092-01
G 1
≥
≥
14 mm
g
n
t
j
DN/2
l
≥
DN 20
17