Download Print deze pagina

ELLER Rolex AH 210 Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

BEVESTIGING VAN HET ROLEX-APPARAAT AAN DE HARNASGORDEL
Haak de snaphaak van de webbingband aan het voorste of achterste bevestigingspunt van de harnasgordel. De
harnasgordel moet voldoen aan de norm EN 361 [1]
Het is streng verboden om het ROLEX-apparaat vast te maken aan de werkpositioneringsgordel [2]
Het is streng verboden om extra elementen aan te brengen tussen de snaphaak van de webbingband en het
bevestigingspunt van de harnasgordel [3]
VERBODEN!
BEVESTIGING VAN HET ROLEX-APPARAAT AAN HET STRUCTURELE VERANKERINGSPUNT
Structureel verankeringspunt
Structureel verankeringspunt
min. 12 kN
min. 12 kN
OPGELET!
DE VORM VAN
HET STRUCTURELE
VERANKERINGSPUNT
MOET
ONMOGELIJK MAKEN
DAT HET APPARAAT
VANZELF LOSGAAT
GOED
VOORCONTROLE VAN DE JUISTE WERKING VAN HET ROLEX-APPARAAT
Controleer voor ieder gebruik van het apparaat zorgvuldig het oprolmechanisme, de behuizing, karabijnhaken, webbingband en
valdemper op mechanische chemische en thermische beschadigingen. De gebruiker moet het oprol- en remmechanisme testen
door aan de webbingband te trekken. De band moet blokkeren en niet verder afrollen. Na loslating van de band moet het
oprolmechanisme de band weer oprollen. De persoon die het ROLEX-apparaat gaat gebruiken voert de controle en tests uit. Het
ROLEX-apparaat moet onmiddellijk uit gebruik genomen worden, wanneer er ook maar enige twijfel bestaat over de juiste staat
of de goede werking van het apparaat.
VERBODEN!
Structureel verankeringspunt
Structureel verankeringspunt
Structureel verankeringspunt
Structureel verankeringspunt
min. 12 kN
min. 12 kN
min. 12 kN
min. 12 kN
FOUT
Het gebruik van het ROLEX-apparaat met een valbeveiligingssysteem moet in overeenstemming zijn met de gebruiksaanwijzing van
valbeveiligingssystemen en voldoen aan de geldende normen:
EN 361- voor harnasgordels
EN 362 - voor koppelingen
EN 795 - voor verankeringspunten
Beveilig het ROLEX-apparaat tijdens het gebruik tegen contact met oliën, zuren, oplosmiddelen, basen, open vuur, stukjes gesmolten metaal en
scherpe randen.
Zorg ervoor dat tijdens het werken op roosterconstructies de band niet klem komt te zitten tussen de verschillende constructie-elementen. V ermijd
gebruik van het apparaat op stoffige en vette plaatsen.
het structurele verankeringspunt waar de bovenste steigerhaak van het ROLEX-apparaat aan
wordt bevestigd moet zich boven de werkplek bevinden en een statische draagkracht hebben
van minimaal 12 kN. De vorm van het structurele verankeringspunt moet onmogelijk maken
dat het apparaat vanzelf losgaat. Wij bevelen het gebruik aan van gecertificeerde en
gemarkeerde verankeringspunten, conform de norm EN 795.
De vrije ruimte onder het werkoppervlak moet minimaal 2,6 m bedragen.
Gebruik het ROLEX-valstopapparaat uitsluitend in verticale richting Bij verplaatsing van de
werknemer is een hoek van 30° tussen de webbingband en de loodlijn toegestaan - zie
afbeelding A
PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURTEN
De jaarlijkse onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd door een bevoegde persoon. De
onderdelen van het ROLEX-apparaat - het oprolmechanisme, de karabijnhaken en de valdemper
moeten worden gecontroleerd op mechanische, chemische en thermische beschadigingen.
Noteer het resultaat van de onderhoudsbeurt op de Gebruikskaart.
TOEGESTANE GEBRUIKSPERIODE
Het ROLEX-valstopapparaat mag 5 jaar worden gebruikt, gerekend vanaf de datum dat het
apparaat voor het eerst in gebruik is genomen. Na het verstrijken van deze periode moet het
apparaat uit gebruik worden genomen om een grondige servicebeurt uit te laten voeren.
De servicebeurt kan worden uitgevoerd door:
- de producent van het apparaat
- een door de producent geautoriseerde persoon
- een door de producent geautoriseerde onderneming
Tijdens de servicebeurt wordt de toegelaten gebruiksperiode van het valstopapparaat tot de
volgende servicebeurt vastgesteld. Het ROLEX valstopapparaat moet onmiddellijk uit gebruik
worden genomen en vernietigd, als hij is gebruikt voor het breken van een val.
ALGEMENE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN EEN PERSOONLIJK VALBEVEILIGINGSSYSTEEM
een persoonlijk beveiligingssysteem mag uitsluitend worden toegepast door personen die zijn geschoold in het gebruik ervan.
een persoonlijk beveiligingssysteem mag niet worden toegepast door personen waarvan de gezondheidstoestand van invloed kan zijn op de veiligheid bij dagelijks gebruik
of in reddingssituaties.
er dient een reddingsplan opgesteld te worden dat indien noodzakelijk toegepast kan worden.
het is verboden om veranderingen aan te brengen in de uitrusting zonder schriftelijke toestemming van de producent.
eventuele reparaties van de uitrusting mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of een door hem geautoriseerde vertegenwoordiger.
het persoonlijke beveiligingssysteem mag niet worden gebruikt voor doeleinden die niet overeenkomen met zijn bestemming.
het persoonlijke beveiligingssysteem is persoonlijk en dient slechts door één persoon te worden gebruikt.
zorg ervoor dat alle elementen van het valbeveiligingssysteem op de juiste manier met elkaar samenwerken voordat u het gaat gebruiken. Controleer regelmatig de
koppelingen en de pasvorm van de onderdelen van de uitrusting om te voorkomen dat ze per ongeluk verslappen of losschieten.
het is verboden om beveiligingssystemen te gebruiken, waarvan de werking van een willekeurig onderdeel wordt gehinderd door de werking van een ander onderdeel.
kijk het persoonlijke beveiligingssysteem voor ieder gebruik goed na en controleer of het nog in goede staat verkeert en goed werkt.
controleer tijdens de inspectie alle elementen van de uitrusting en let vooral op allerlei soorten beschadigingen, overmatig verbruik, corrosie, slijtageplekken, sneetjes en
verkeerde werking. Let bij de volgende onderdelen van de uitrusting met name op:
-
bij harnasgordels en riemen voor werkpositionering: gespen, regelelementen, bevestigingspunten (gespen), banden, naden, lussen;
-
bij valdempers: bevestigingslussen, band, naden, behuizing, koppelingen;
-
bij touwen en geleiders van textiel: touw, lussen, kabelkousen, koppelingen, regelelementen, vlechtwerk;
-
bij touwen en geleiders van staal: touw, draad, klemmen, lussen, kabelkousen, koppelingen, regelelementen;
-
bij valstopapparaten: het touw of de band, juiste werking van het oprolsysteem en blokkeringsmechanisme, behuizing, valdemper, koppelingen;
-
bij lijnklemmen: het lichaam van het apparaat, het goed glijden langs de geleider, werking van het blokkeringsmechanisme, rollertjes, schroeven en klinknagels, koppelingen,
valdemper;
-
bij de koppelingen (karabijnhaken): draaglichaam, klinknagelwerk, hoofdsluiting, werking van het blokkeringsmechanisme.
minimaal eenmaal per jaar, na 12 maanden gebruik, moet het persoonlijke beveiligingssysteem uit gebruik worden genomen om een periodieke servicebeurt uit te voeren. De
periodieke servicebeurt mag worden uitgevoerd door de persoon die bij het bedrijf verantwoordelijk is voor de veiligheidsuitrusting en die op dit gebied is geschoold. De
periodieke servicebeurt kan ook worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of door personen of bedrijven die zijn geautoriseerd door de producent. Controleer alle
elementen van de uitrusting grondig en let vooral op allerlei soorten beschadigingen, overmatig verbruik, corrosie, slijtageplekken, sneetjes en verkeerde werking (zie het
voorgaande punt). In sommige gevallen, met name wanneer de veiligheidsuitrusting een gecompliceerde constructie heeft zoals valstopapparaten, moeten de periodieke
servicebeurten worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of zijn geautoriseerde vertegenwoordiger. Na uitvoering van de periodieke servicebeurt wordt de termijn
van de volgende servicebeurt vastgesteld.
regelmatig uitgevoerde periodieke servicebeurten zijn van fundamenteel belang voor de toestand van de uitrusting en de veiligheid van de gebruiker die afhankelijk is van
volledige functionaliteit en duurzaamheid van de uitrusting.
controleer tijdens de periodieke servicebeurt de leesbaarheid van alle markeringen op de veiligheidsuitrusting (kenmerk van het gegeven apparaat),
alle informatie over de veiligheidsuitrusting (naam, serienummer, aankoopdatum en datum van ingebruikname, gebruikersnaam, informatie over reparaties en servicebeurten
en uitgebruikname) moet worden vermeld op de gebruikskaart van het gegeven apparaat. Het bedrijf waar de gegeven uitrusting in gebruik is, is verantwoordelijk voor de
notities op de gebruikskaart. De persoon die bij het bedrijf verantwoordelijk is voor de veiligheidsuitrusting vult de kaart in. Gebruik van een persoonlijk beveiligingssysteem
zonder ingevulde gebruikskaart is niet toegestaan,
bij verkoop van de uitrusting buiten het grondgebied van het land van herkomst is de leverancier van de uitrusting verplicht om de uitrusting te voorzien van een
gebruiksaanwijzing, een onderhoudshandleiding en informatie over periodieke servicebeurten en reparaties in de officiële taal van het land waarin de uitrusting zal worden
gebruikt.
A
Structureel
Structureel
verankeringspunt
verankeringspunt
min. 12 kN
min. 12 kN
o
max 30

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rolex ah 220Rolex ah 220 s