Inhoudsopgave
Advertenties
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
– Hou zoveel mogelijk rekening met de
maximumlading die voor een be-
paald programma toegestaan is.
Als u dat doet, is het stroom- en wa-
terverbruik, dat wordt berekend op
basis van de totale hoeveelheid was-
goed, het laagst.
– Bij een kleinere lading wasgoed
zorgt de automatische aanpassing
van de watertoevoer ervoor dat er
minder water en stroom wordt ver-
bruikt en dat het programma korter
uitvalt. Het kan dus gebeuren dat de
weergegeven resterende tijd in de
loop van een wasprogramma wordt
gewijzigd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleine hoeveelheden wasgoed.
– Met moderne wasmiddelen kunt u
wassen bij lagere temperaturen (bijv.
20°C). Gebruik de juiste tempera-
tuurinstelling om stroom te sparen.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
is het aan te bevelen nu en dan een
wasbeurt met een temperatuur van
minstens 60 °C te starten. De wasau-
tomaat herinnert u daaraan met de
Hygiëne-info
melding
play.
16
Wasmiddelverbruik
– Gebruik telkens maar zoveel was-
– Hou voor de dosering rekening met
– Gebruik bij kleinere ladingen minder
Kies de juiste extra functie (Kort en
Voorwas)
Kies voor:
– licht bevuild wasgoed zonder zicht-
– normaal tot erg vuil wasgoed met
– wasgoed met een grote hoeveelheid
Tip voor als het wasgoed daarna in
een droogautomaat wordt gedroogd
Kies het hoogst mogelijke centrifu-
geertoerental dat het wasprogramma te
op het dis-
bieden heeft. Zo bespaart u achteraf
stroom bij het drogen.
middel als op de verpakking staat
aangegeven.
de mate waarin het wasgoed vuil is.
1
wasmiddel (ca.
/
bij een halve lading).
bare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort.
zichtbare vlekken een wasprogram-
ma zonder extra functie.
vuil (bijv. stof, zand) de extra functie
Voorwas.
minder wasmiddel
3
Advertenties
Inhoudsopgave
