2 Gebruik de draaiknop om [PLAY MODE] te selecteren
en in te voeren.
3 Gebruik de draaiknop om [CONTINUE] of [SINGLE] te
selecteren en in te voeren.
[CONTINUE]: Naar het vorige of volgende muziekstuk gaan is mogelijk
in alle standen.
[SINGLE]: Naar het vorige of volgende muziekstuk gaan is niet mogelijk
met andere toetsen dan de toetsen [TRACK SEARCH] of [SEARCH] en de
ingestelde cue-punten worden geannuleerd als het afgespeelde muziek-
stuk wordt gewijzigd. De ingestelde cue-punten worden niet geannu-
leerd, zelfs niet wanneer het afgespeelde muziekstuk wordt gewijzigd
terwijl muzieknummers worden geladen vanaf een disc.
! Voor muziekstukken op muziek-CD's is de procedure hetzelfde als in
de [CONTINUE]-stand, ongeacht deze instelling.
Instellen van de automatische ruststand
1 Open het [UTILITY]-scherm.
= Het scherm [UTILITY] weergeven (onderste scherm) (blz. 45 )
2 Gebruik de draaiknop om [AUTO STANDBY] te
selecteren en in te voeren.
3 Gebruik de draaiknop om [ON] of [OFF] te selecteren
en in te voeren.
Wanneer [AUTO STANDBY] is ingesteld op [ON], wordt in de volgende
gevallen de automatische ruststandfunctie (energiebesparing) inge-
schakeld en de ruststand ingesteld.
! Wanneer er langer dan 4 uur achtereen geen bedieningshandeling
wordt verricht terwijl er geen disc, geen opslagapparaat (SD, USB)
is geladen, geen PRO DJ LINK-verbinding met enig apparaat is
gemaakt en er geen computer is aangesloten op de USB-aansluiting
(op het achterpaneel van het hoofdapparaat).
! Zodra u dit toestel gaat bedienen, wordt de ruststand uitgeschakeld.
! Bij aflevering van dit apparaat staat de energiebesparingsfunctie
ingeschakeld. Als u de energiebesparingsfunctie niet wilt gebruiken,
zet u [AUTO STANDBY] op [OFF].
Instellen van de naam voor de
afspeelgeschiedenislijst
U kunt van tevoren een naam instellen voor de afspeelgeschiedenislijst
die zal worden opgeslagen op opslagapparatuur (SD, USB).
1 Open het [UTILITY]-scherm.
= Het scherm [UTILITY] weergeven (onderste scherm) (blz. 45 )
2 Gebruik de draaiknop om [HISTORY NAME] te
selecteren en in te voeren.
3 Voer de tekens in via het toetsenbord dat wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
4 Druk op de draaiknop om uw keuze vast te leggen.
De naam wordt veranderd in de naam die u heeft ingevoerd.
! Wanneer de naam van de afspeelgeschiedenislijst is veranderd,
wordt het volgnummer achter de naam van de afspeelgeschiedenis-
lijst teruggezet op 001. Dit nummer wordt elke keer verhoogd wan-
neer er een afspeelgeschiedenislijst wordt aangemaakt.
! Het maximaal aantal lettertekens dat u kunt gebruiken voor de
[HISTORY]-naam bedraagt 32, met inbegrip van letters, cijfers en
symbolen.
Keuze van een andere taal
Selecteer de taal waarin u de namen van muziekstukken en meldingen
op het scherm wilt aflezen.
! Wanneer de taal wordt gewijzigd, worden de meldingen op het LCD-
scherm in de geselecteerde taal weergegeven.
! Om bij het weergeven van namen van muziekstukken enz. letterte-
kens weer te kunnen geven die in een andere code dan Unicode zijn
opgenomen, wijzigt u de [LANGUAGE]-instelling.
1 Open het [UTILITY]-scherm.
= Het scherm [UTILITY] weergeven (onderste scherm) (blz. 45 )
2 Gebruik de draaiknop om [LANGUAGE] te selecteren
en in te voeren.
3 Gebruik de draaiknop om de taal te selecteren en in
te voeren.
De taal van de beeldschermaanduidingen wordt gewijzigd.
Corrigeer de uitlijning van het
aanraakscherm
1 Open het [UTILITY]-scherm.
= Het scherm [UTILITY] weergeven (onderste scherm) (blz. 45 )
2 Gebruik de draaiknop om [TOUCH DISPLAY
CALIBRATION] te selecteren en te openen.
3 Raak [+] aan dat in volgorde wordt weergegeven op
het scherm.
Raak in totaal 16 plaatsen aan.
! Indien [+] niet beweegt wanneer u deze loslaat, raak deze dan een
beetje langer aan en laat opnieuw los.
4 Druk op de draaiknop om uw keuze vast te leggen.
De gewijzigde instellingen worden opgeslagen.
! Gebruik bij het instellen van de kalibratie geen puntig object, zoals
een balpen.
Kopiëren van de instellingen naar
een DJ-spelers die verbonden zijn
via PRO DJ LINK
De [UTILITY]-instellingen en andere instellingen kunnen worden gekopi-
eerd naar andere DJ-spelers die verbonden zijn via PRO DJ LINK.
! De instellingen die worden gekopieerd, staan hieronder vermeld.
— [UTILITY]-settings
PLAY MODE, EJECT/LOAD LOCK, QUANTIZE BEAT VALUE,
HOT CUE AUTO LOAD, HOT CUE COLOR, AUTO CUE LEVEL,
SLIP FLASHING, ON AIR DISPLAY, JOG BRIGHTNESS, JOG
INDICATOR, DISC SLOT ILLUMINATION, LANGUAGE, LCD
BRIGHTNESS
— Andere instellingen
TIME MODE (tijdweergavenotatie op het LCD-scherm), AUTO
CUE, JOG MODE, TEMPO RANGE, MASTER TEMPO, QUANTIZE,
SYNC, PHASE METER
1 Selecteer [DUPLICATION] en bevestig uw keuze.
2 Stop het afspelen op de DJ-speler(s) waarop u de
instellingen wilt overnemen.
3 Gebruik de draaiknop om [PLAYER X] of [ALL] te
selecteren en in te voeren.
[PLAYER1]–[PLAYER4]: De instellingen worden naar de opgegeven
DJ-speler gekopieerd. DJ-spelers die op dit moment aan het afspelen zijn
kunnen niet worden geselecteerd.
[ALL]: De instellingen worden gekopieerd naar alle via PRO DJ LINK
verbonden DJ-spelers. De instellingen kunnen niet worden gekopieerd
naar DJ-spelers die op dit moment aan het afspelen zijn.
[DUPLICATED] wordt getoond op het display van de opgegeven speler
en de [UTILITY]-instellingen van dit toestel en andere instellingen zullen
worden gekopieerd naar de opgegeven speler.
[DEFAULT]: Herstelt de instellingen van dit toestel naar de
fabrieksinstellingen.
47
Nl