2.2 Zoemer
Bij alarm of storing wordt de zoemer geactiveerd. Een continue beep-toon geeft alarm aan en
heeft voorrang op de onderbroken beep-toon van storing.
Bij het indrukken van een toets geeft de zoemer een korte beep-toon. Als de functie geweigerd
wordt hoort men een dubbele beep-toon.
Indien men een code moet ingeven hoort men een 'krekel' geluid.
2.3 Bediening
Functies die altijd toegankelijk zijn (toegangsniveau 1)
Zoemerstop
- Stopt de zoemer van het bedieningspaneel. Bij een installatie met meerdere
bedieningspanelen zullen de zoemers op alle bedieningspanelen gelijktijdig stoppen.
- Bij alarmmeldingen stopt deze toets ook:
- vertragingstijd T1 'reactietijd operator' (waarna vertragingstijd T2 start)
- vertragingstijd T2 'inspectieronde tijd' (brengt de centrale in waaktoestand)
De precieze functie van de toets is hierbij afhankelijk van welke vertraging op dat moment
aan het aftellen is, zie
- Met deze toets kan men ook een geselecteerd item of menu verlaten.
Lampentest
Testfunctie voor de led's en de zoemer van het bedieningspaneel.
Toetsen zones (10x)
Deze toetsen worden gebruikt om één zone te selecteren. De led van de geselecteerde zone
flitst samen met een led die de status aanduidt. Met de toets 'test' wordt de geselecteerde
zone in en uit test geplaatst. De toets O/I wordt gebruikt om de geselecteerde zone uit en in
dienst te plaatsten. Zie
Select
Deze toets wordt gebruikt om de alarmmiddelen te selecteren: sirene, alarmdoormelder,
storingdoormelder, externe bedieningspanelen en brandbestrijdende elementen.
De led van het geselecteerde element flitst samen met een led die zijn status aanduidt.
Met de toets O/I wordt het geselecteerde element uit en in dienst geplaatst.
Zie
Test/Uit dienst functie
Functies van toegangsniveau 2
Na het indrukken van de gewenste functie dient de gebruikerscode ingegeven te worden. (de led
'invoer code' knippert) Pas na invoer van de juiste code wordt de functie actief.
Invoer van de code geeft 2 minuten toegang tot de functies van toegangsniveau 2.
Sirenes aan/uit
Bij een druk op deze toets zullen alle alarmmiddelen onmiddellijk gestart worden. Druk
opnieuw op deze toets om de sirenes te stoppen.
Reset
Met deze toets wordt de centrale gereset. Dit houdt in:
- uitschakelen van de sirenes en andere alarmmiddelen
- stoppen van de zoemer en doven van de led's met uitzondering van de led 'voeding'
- alle detectoren worden gereset: status van de detectoren wordt gewist. De detectoren die uit
dienst staan blijven uit dienst, de detectoren in test blijven in test.
Na reset worden eventuele abnormaliteiten gemeld.
Hulp bij alarmmelding
Test/Uit dienst functie
4