OPMERKING: De verwijsnummers en -letters die tussen
haakjes staan in de tekst verwijzen naar
de aanduidingen in de afbeeldingen en de
onderdelentekening.
Neem contact op met uw Graco dealer voor de verkrijgbare
toebehoren. Als u eigen toebehoren inzet, overtuig u er dan
van dat ze de juiste maten hebben en dat ze voldoen aan de
drukniveaus en de eisen van het systeem.
De opstelling op blz. 7 is slechts bedoeld als voorbeeld voor
het kiezen en installeren van de componenten en toebehoren
voor uw systeem. Neem contact op met uw Graco dealer
voor technische ondersteuning bij het ontwerpen van een
systeem dat aan uw specifieke behoeften voldoet.
Systeemonderdelen
Zie het installatievoorbeeld op blz. 7.
WAARSCHUWING
Twee toebehoren moeten in ieder geval in uw systeem
aanwezig zijn, namelijk een zelfontlastende luchtkraan
(D) en een materiaalaftapkraan (J). Deze toebehoren
helpen het risico te verminderen van ernstig letsel waar-
onder het spatten van materiaal in de ogen of op de huid
en verwonding door bewegende delen bij het afstellen of
repareren van de pomp.
Een zelfontlastende luchtkraan laat lucht ontsnappen die
opgesloten is blijven zitten tussen deze kraan en de pomp,
nadat de luchttoevoer is afgesloten. Opgesloten lucht kan
de pomp onverwachts aan het lopen brengen. Plaats de
kraan dicht bij de pomp.
De materiaalaftapkraan helpt de druk te ontlasten in de
verdringerpomp, de slang en het pistool. Het overhalen
van de trekker is soms niet voldoende om de druk te
ontlasten.
Montageonderdelen
Bevestig de pomp (A) op een manier die past bij de geplande
installatie. De afmetingen van de pomp en de plaatsing van
de bevestigingsgaten zijn aangegeven op blz. 22.
Lucht- en materiaalslangen
Zorg ervoor dat alle lucht- en materiaalslangen de juiste
maten hebben, en geschikt zijn voor de toegepaste
drukniveau's. Gebruik alleen geaarde lucht- en materiaal-
slangen. Materiaalslangen moeten aan beide uiteinden
beschermingsveren hebben.
Sluit een geaarde materiaalslang (L) aan op de 3/8 npt(i)
uitlaat van de pomp. Gebruik van een extra slanggedeelte
tussen de materiaalslang (L) en het pistool (M) geeft extra
bewegingsvrijheid bij het hanteren van het pistool.
Sluit een zuigslang (N) aan op de 3/4 npt(u) materiaalinlaat.
Gebruik een geaarde luchtslang (H) met een binnenmaat
van (minimaal) 13 mm (1/2 inch) om lucht naar de pomp te
voeren.
8
308106
Installatie
Hulpstukken voor de luchtleiding
Installeer de volgende toebehoren in de volgorde zoals
aangegeven in het installatievoorbeeld, en gebruik waar
nodig verloopnippels:
D Een leegloopklep (B) detecteert wanneer de pomp te
snel loopt en schakelt dan automatisch de luchttoevoer
naar de motor af. Een te snel lopende pomp kan ernstig
beschadigd raken. Installeer dit ventiel het dichtste bij
de luchtinlaat van de pomp.
D Een olienevelaar (C) zorgt voor automatische smering
van de luchtmotor.
D Een zelfontlastende luchtkraan (D) moet in de installatie
aanwezig zijn, om lucht te laten ontsnappen die opgesloten
is blijven zitten tussen de kraan en de luchtmotor wanneer
de kraan gesloten wordt. Zie de WAARSCHUWING links.
Zorg dat de zelfontlastende kraan goed bereikbaar is van-
af de pomp, en stroomafwaarts van het luchtreduceer-
ventiel geplaatst is.
D Een luchtreduceerventiel (E) regelt de pompsnel-
heid en de uitlaatdruk door de luchtdruk naar de pomp
te regelen. Plaats het reduceerventiel dicht bij de pomp,
maar stroomopwaarts van de zelfontlastende lucht-
kraan.
D Een filter in de luchtleiding (F) verwijdert schadelijk vuil
en vocht uit de aangevoerde perslucht.
D Een tweede zelfontlastende luchtkraan (G) isoleert
de toebehoren ten behoeve van het onderhoud. Plaats
de kraan stroomopwaarts van alle andere luchtleidings-
toebehoren.
Hulpstukken voor de materiaalleiding
Installeer de volgende toebehoren in de posities zoals
aangegeven in de Voorbeeldinstallatie, en gebruik waar
nodig verloopnippels:
D Een materiaalaftapkraan (J) moet in uw systeem
aanwezig zijn om de druk te ontlasten in de slang en
het pistool (zie de WAARSCHUWING links). Installeer
de aftapkraan met de opening naar beneden, en zo
dat de handel naar boven wijst als hij wordt geopend.
D Een materiaalfilter (K) filtert schadelijke deeltjes uit
het materiaal.
D Een spuitpistool (M) geeft het materiaal af. Het pistool
dat in het installatievoorbeeld te zien is, is voor airless
spuiten.