Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Begassing - VDH PROBA 5 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PROBA 5:
Inhoudsopgave

Advertenties

PROBA 5

6.5.7 Instellingen Begassing

Nr.
Uitleg
1501
Differentie voor de begassing (is alleen van toepassing als er een gassensor gebruikt wordt).
1502
Offset gas concentratie (Hiermee wordt het uitschakelpunt van de begassing verschoven. Offset = 0 dan zal de
begassing op het setpoint uitschakelen).
1503
Om te voorkomen dat deur geopend kan worden terwijl er gas in de cel zit, wordt de deur vergrendeld als de
gassensor een concentratie meet die hoger is dan deze parameter. Om de deur weer te ontgrendelen, moet er
eerst geventileerd worden.
1504
Ventilatie mag gas periode beëindigen
Hier kan aangeven worden of een handmatige ventilatie een einde mag maken aan de begassingsperiode. Indien
deze waarde op nee staat, zal er gedurende een begassingsperiode geen handmatige ventilatie gestart kunnen
worden
1510
Begassen door middel van een puls – pauze regeling? Dit betekend dat de gasklep geopend is gedurende
P1511 minuten en gesloten gedurende P1512 minuten. De pulsen en pauzes wisselen elkaar continue af
gedurende de gehele begassingsperiode.
1511
Pulstijd van de begassing (als P1510 is 1)
1512
Pauze tijd van de begassing (als P1510 is 1)
1520
De maximale tijd dat de gasklep geopend mag worden geduren de begassingsperiode als er een gassensor
gebruikt wordt. Als deze tijd is verstreken en de concentratie heeft het setpoint nog niet bereikt, dan zal er een
alarm gegenereerd worden.
1521
De minimale/maximale pulstijd actief bij gebruik van een gassensor. Deze parameter is geldig in combinatie
met P1522, 1523 en 1524.
1522
Minimale tijd dat de gasklep geopend moet zijn in de bloktijd. Als de gasklep nog niet lang genoeg geopend is
geweest voordat de bloktijd is verstreken, dan zal de gasklep geforceerd geopend worden om toch de minimale
tijd dat de klep geopend moet zijn bereikt wordt.
1523
Maximale tijd dat de gasklep geopend mag worden in de bloktijd. Zelfs als de gasconcentratie te laag wordt, zal
de gasklep niet geopend worden als de waarde van deze parameter is verstreken.
1524
De bloktijd behorende bij P1522 en P1523.
1525
Als er een alarm gegenereerd is doordat de tijd van P1520 is verstreken, kan er voor gekozen worden om de
gasklep al dan niet te sluiten. Met deze parameter kan deze keuze worden gemaakt.
1526
Om te voorkomen dat meetfouten van de gassensor leidt tot onjuiste interpretaties, kan met deze parameter
ingesteld worden wanneer de uitlezing op 0 moet staan. Als de gemeten concentratie lager is dan deze waarde,
zal de uitlezing op 0 blijven staan ondanks dat deze wellicht fluctueert binnen deze marge.
1527
Om te voorkomen dat de uitlezing van de gasconcentratie te snel op 0 gezet wordt, kan er een tijdvertraging
ingesteld worden. De concentratie zal minimaal deze tijd onder de waarde van P1526 moeten zijn voordat de
waarde op 0 gezet wordt.
1530
Het nummer van de gascarrousel. Regelaars met hetzelfde nummer zullen niet gelijktijdig gaan begassen. Als
er meerdere regelaars gelijktijdig willen begassen, zullen de regelaars in een wachtrij gezet worden. Zodra een
regelaar klaar is met begassen, zal de volgende regelaar gaan begassen. Dit is om te voorkomen dat er niet
genoeg gas in de cel komt door een te kleine gasleiding.
1531
Binnen een gascarrousel kan er een uniek nummer ingesteld worden. Deze functie wordt gebruikt i.c.m. een gas
analyser.
Doc.nr: 170468
Pagina 69
Versie: 1.2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

907.000413

Inhoudsopgave