3 Machine- en bedieningselementen
Wielbevestigingsbouten
Sneeuwkettingen
Wielspoorverbreding
32
Uitvoering A wielbout met veerring
Uitvoering B tapbout met veerring en wielmoer
•
Tapbout met de korte schroefdraadkant
stevig in de wielnaaf draaien, zo mogelijk
met LOCTITE 270 (of soortgelijk) inlijmen.
•
Veerring met de bolle kant (centrering) naar
het schijfwiel monteren!
Bij nieuwe machines en bij iedere wielvervan-
ging moeten de wielbouten resp. wielmoeren na
de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm aange-
draaid worden, verder altijd bij onderhoudswerk-
zaamheden.
Om beschadigingen van de reminstalla-
tie te voorkomen:
•
Veerring met bolle kant beslist noodzake-
lijk,
•
allleen de originele lengte van de bouten
gebruiken.
Neem bij de werking met sneeuwkettingen de
vermeldingen van de fabrikant in acht en leef ze
na, let op genoeg vrije ruimte t.o.v. de onderde-
len van de machine.
•
Artikel 5519 031 voor de montage van de
Terra-aandrijfwielen 21x11.00-8 TG.
2
3
4
10
11
Hydrostatische apparaatdrager agria 5900 Bison
Veerring (bol)
Wielbout
Wielspoorverbreding 5519 031
Veerring (bol)
Wielbout