Plaatsen boormal en gaten boren
Eisen bij installatie
•
Stijve en sterke muurconstructie achter de
bevestigingspunten.
•
Het toestel moet vrij kunnen uitblazen aan
de bovenkant en vrij lucht aan kunnen
zuigen aan de zijkanten.
•
Onderkant boormal = onderkant toestel.
•
Afstand afgewerkte vloer tot onderkant
boormal x ≥ 90 mm. Let op eventueel
aanwezige plint.
•
Boven het toestel moet 100 mm vrije
ruimte aanwezig zijn.
•
Naast het toestel moet aan één zijde
minimaal 300 mm vrije ruimte zijn, dit in
verband met het plegen van onderhoud.
•
Bepaal vóór installatie of de waterzijdige
aansluiting boven- of onderaan het toestel
moet worden aangesloten.
•
Gaten ten behoeve van muurdoorvoeren
altijd afwaterend boren.
•
Geaarde wandcontactdoos is vereist.
Advies bij plaatsing C/D
•
Penantbreedte waalformaat rooster >300 mm.
•
Penantbreedte opbouwrooster >250 mm.
A/B
4
4x Ø 8 mm
4
2x Ø 10 mm
5
2x Ø 152 mm
280
C/D
4
4x Ø 8 mm
2260
4
2x Ø 10 mm
5
152
2x Ø 152 mm
310
160
80
80
3
1650
2
!
waterpas
510
100
1
152
x ≥ 90
152
310
160
80
80
3
2
!
100
280
waterpas
152
510
100
1
x ≥ 90
3