SCENES AANMAKEN
13
13
SCENES
1 SCENE 1
13
Ga naar het tabblad SCENE,
selecteer een scène (bijvoorbeeld
SCENE 1) en druk op de knop F1.
15
15
SCENE 1
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
ZONDAG
15
Markeer de geselecteerde dagen
met de knop F2 of OK en sla op
met de knop F1.
17
17
SCENE 1
09:00
WIJZIGEN
17
Stel met behulp van de
besturingsknoppen de tijd in en
druk vervolgens op de knop F1.
Als de scène niet werkt, lees dan pagina 23, punt 11.
14
14
14
OPTIES SCENES
NAAM WIJZIGEN
VERWIJDEREN UIT DE SCENE
SCENE VERWIJDEREN
DAGEN VAN DE WEEK
TIJD
SCENE VERVERSEN
SCENE DEACTIVEREN
14
Selecteer DAGEN VAN DE
WEEK en druk op de knop F2 of
OK.
16
16
OPTIES SCENES
NAAM WIJZIGEN
VERWIJDEREN UIT DE SCENE
SCENE VERWIJDEREN
DAGEN VAN DE WEEK
TIJD
SCENE VERVERSEN
SCENE DEACTIVEREN
16
Selecteer TIJD en druk op de knop
F2 of OK.
18
18
OPTIES SCENES
NAAM WIJZIGEN
VERWIJDEREN UIT DE SCENE
SCENE VERWIJDEREN
DAGEN VAN DE WEEK
TIJD
SCENE VERVERSEN
SCENE DEACTIVEREN
18
Verlaat de instellingen met de knop
F3.
WIJZIGEN SCENE*6 - pagina 24
RUIMTES AANMAKEN
7
7
APPARAAT 1
NAAM WIJZIGEN
TOEVOEGEN AAN GROEP
TOEVOEGEN AAN RUIMTE
TOEVOEGEN AAN SCENE
OPTIES Z-WAVE
TEST HET BEREIK
7
Selecteer TOEVOEGEN AAN
RUIMTE en druk op knop F2 of
OK.
9
9
RUIMTE 1
1 APPARAAT 1
9
Het apparaat is toegevoegd aan de
ruimte. Verlaat het menu met de
knop F3.
11
11
RUIMTES
1 RUIMTE 1
11
Ga naar het tabblad RUIMTE,
selecteer een ruimte (bijvoorbeeld
RUIMTE 1) en druk op de knop F2
of OK.
WIJZIGEN RUIMTE*6 - pagina 24
8
8
TOEVOEGEN AAN RUIMTE
1 RUIMTE 1
8
Selecteer een ruimte (bijvoorbeeld
RUIMTE 1) en bevestig met de
knop F2 of OK.
10
10
APPARATEN
1 APPARAAT 1
2 ALL ON/OFF
10
Na afloop van de procedure
verschijnt het startscherm.
12
12
RUIMTE 1
1 APPARAAT 1
12
Selecteer het apparaat dat u wilt
besturen (bijvoorbeeld
APPARAAT 1) en bevestig met de
knop F2 of OK.
11