3.6.2 Batterij uitnemen en plaatsen
De sleutel om de scooter te starten dient eveneens om de batterij te deblokkeren.
Om de batterij (18) uit de scooter te nemen:
•
Steek de sleutel in het slot en draai de sleutel in
tegenwijzerzin (stand A).
•
De batterij is vrij en kan met het handvat uit de scooter getild
worden.
Om de batterij terug te plaatsen:
•
Zorg dat de sleutel in de "vrij" stand staat.
•
Plaats de batterij in de behuizing van de scooter.
•
Draai de sleutel in wijzerzin (stand B), om de batterij te
blokkeren.
•
Verifieer of de batterij vast zit.
3.6.3 Batterij opladen
WAARSCHUWING
• Gebruik enkel de batterijlader die geleverd werd bij uw scooter. Het gebruiken van een andere
lader kan gevaarlijk zijn (brandgevaar).
• De lader is enkel bedoeld om de batterijen op te laden die geleverd werden bij uw scooter,
geen andere batterijen.
• Maak geen aanpassingen aan de geleverde onderdelen, bijv. kabels, stekkers of de
batterijlader. Open of vervang nooit de batterij of de aansluitpunten.
• Bescherm de batterij en batterijlader tegen vlammen, hoge en lage temperaturen (zie
hoofdstuk 6), vochtigheid, zon, hevige schokken (bijvoorbeeld vallen). Gebruik de batterij NIET
als ze is blootgesteld aan een van de voornoemde omstandigheden.
• Laad de batterij op met de geleverde lader, binnenshuis, in een goed geventileerde ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
VOORZICHTIG
• Automatische ontlading van de batterij en de ruststroom van de verbonden gebruikers zullen
de batterij langzaam ontladen. De batterij kan onherstelbaar beschadigd raken indien ze
volledig ontladen wordt. Zorg er daarom steeds voor dat de batterij tijdig wordt opgeladen:
o Bij intensief gebruik (lange afstanden, dagelijks gebruik): Onmiddellijk laden na gebruik.
o Bij gemiddeld gebruik (korte afstanden, dagelijks of enkele malen per week): Laden
wanneer de batterij-indicatie 50% ontlading aangeeft.
o Bij laag gebruik of opslag: éénmaal per week laden.
•
Als uw scooter langere tijd niet gebruikt wordt, kan de batterij best verwijderd worden en apart
opgeborgen worden.
• Lees de instructies voor bewaring en onderhoud in hoofdstuk 4 en de
technische details in hoofdstuk 6.
• Koppel de batterijlader pas los wanneer de batterij volledig werd
opgeladen, zie volgende symbolen op de lader.
• Laad batterijen niet op onder 0°. Verplaats de batterij naar een warmere
plaats en begin het opladen.
• Houd het aansluitpunt voor de batterijlader vrij van stof of vuil.
• In geval van problemen waardoor de batterij niet opgeladen kan worden volgens de
gebruiksaanwijzing van de lader, neem dan contact op met uw vakhandelaar.
Figuur 5
Batterij blokkeren/deblokkeren
Gevaar voor letsel of beschadiging door brand
Gevaar voor beschadiging
17
Sedna
2023-05
Uw scooter gebruiken
NL
18