r
LAGEDRUK gasdistributienet
GASHOOFDLEIDING
HOOFDLEIDINGAFSLUITER
2.8 Elektrische aansluitingen
Zie modelschema (§2.2 blz 6)
r
De branders moeten volgens het AREI op het net worden aangesloten.
r
Gebruik een NULLEIDER of een SCHEIDINGSTRANSFORMATOR.
r
Alle gasbranders moet GEAARD worden.
r
Regeling: Model SX gasbranders worden aangestuurd met programmeerbare reglaars MT100,
MT150, MTH100 of MTH150. Zie tevens de medegeleverde handleidingen.
r
De bakabeling mag in geen geval door de verhittingszone worden geleid.
(zie onderstaande tekening)
De geleverde druk is in dit geval gelijk aan de bedrijfsdruk van de brander(s).
(zie de tabellen blz 2).
GASSOORT
G20/G25
* Totaal toegestaan drukverlies: ongeveer 1 mbar.
SG
SG
SG
FILTER
1 m
GELEVERDE DRUK
20/25 mbar (*)
MAGNEET OF
BRANDERGROEPVENTIEL
MODEL SX KERAMISCHE GASBRANDER
VERHITTE ZONE
VERHITTE ZONE
(SG = Stroomloos Gesloten)
BRANDERAFSLUITER
2 m
13