Overzicht waarschuwingen
Prioriteit Stand
Hoog
Laag
1*) Drukwaarde is slechts een voorbeeld, grenswaarden kunnen door de deskundige werkplaats aan de hand van de
instructies van de fabrikant opgeslagen worden.
2*) Hoge waarschuwingstrappen knipperen door een wisseling van de symbolen tussen positieve en negatieve modus.
Instructies bij de boven vermelde fouten staan in het gebruikershandboek!
►
Corrigeer de bandenspanning alleen als de bandtemperatuur overeenstemt
met de omgevingstemperatuur. Anders is er gevaar dat de verkeerde druk
ingesteld wordt.
Symbool
Waarschuwing
7.2
DRUKVERLIES
2*)
6.2
STERKE
MINDERDR.
1*), 2*)
SENSOR CONTR.
2*)
8.2
MINDERDR.
1*)
115
TEMPERATUUR
GEEN BEREIK
SENSOR DEFECT
Fout
Continu, snel drukverlies. Bandenpech
tot aan de volledige vernieling van de
band is mogelijk.
De bandenspanning daalt onder de
aanbevolen alarmgrenswaarde. Banden-
pech tot aan de volledige vernieling van
de band is mogelijk.
De bandsensor is niet meer goed beves-
tigd.
De bandenspanning daalt onder de
aanbevolen waarschuwingsgrenswaar-
de. De band kan duurzaam beschadigd
raken.
De gemeten temperatuur in de band ligt
boven de 115 °C. De bandsensor werkt
niet meer bij 120 °C.
Vanwege onvoldoende signaalsterkte
kan er geen sensorprotocol weergege-
ven worden.
Sensor is defect.
AANWIJZING
3