Nederlands
Arc Start/Verlies foutentijd – Deze optie kan worden gebruikt
om het uitgangsvermogen optioneel uit te schakelen als er geen
boog wordt gevormd of als hij voor een bepaalde periode wordt
verloren. Er wordt Fout 269 weergegeven als de machine een
time-out ingaat. Als de waarde op UIT wordt ingesteld, dan
wordt het uitgangsvermogen van de machine niet uitgeschakeld
als er geen boog wordt gevormd en wordt hij ook niet
uitgeschakeld
als
een
toortsschakelaar kan worden gebruikt om warmte aan te voeren
naar de draad (standaard). Als er een waarde wordt ingesteld,
dan wordt het uitgangsvermogen van de machine niet
uitgeschakeld als er geen boog wordt gevormd binnen een
aangegeven periode nadat de toortsschakelaar is ingedrukt of
als de toortsschakelaar ingedrukt blijft nadat een boog is
verloren.
Om vervelende fouten te voorkomen stelt u Arc
Start/Verlies foutentijd in op een geschikte waarde nadat u alle
parameters hebt overwogen (inlopen draadaanvoersnelheid,
lasdraadaanvoersnelheid, elektrische toorts uit, enz.
UIT (0) tot 10,0 seconden (uitgangssituatie = uit)
Opmerking: Deze parameter is uitgeschakeld als u in Beklede
elektrode, TIG of gutsen aan het lassen bent.
Joystickconfiguratie – Deze optie maakt wijzigingen van de
lasspanning, trim of vermogen in kW en draadaanvoersnelheid
(WFS) mogelijk met behulp van de joystick in de toorts of de
afstandsbediening:
"AAN" (standaard) = wijziging is mogelijk.
"UIT" = wijziging is niet mogelijk.
Toon werkpunt als Ampères optie – bepaalt hoe het werkpunt
wordt weergegeven:
"No" (standaard fabrieksinstelling) = het werkpunt wordt
weergegeven in de vorm die is gedefinieerd in de lasset.
"Yes" = alle werkpuntwaarden worden weergegeven als een
stroomsterktewaarde.
Opmerking: Deze optie is mogelijk niet beschikbaar op alle
machines.
De
stroombron
ondersteunen, anders verschijnt deze optie niet in het menu.
Terugkoppeling aanhouden – bepaalt hoe terugkoppelings-
waarden worden weergegeven na een las:
"No" (standaard fabrieksinstelling) – de laatste opgenomen
terugkoppelingswaarden knipperen 5 seconden na een las,
en gaan dan terug naar de weergavefunctie.
"Yes" – de laatste opgenomen terugkoppelingswaarden
knipperen oneindig na een las totdat er een regelknop wordt
aangeraakt of een boog wordt geslagen.
Keuze van de stroombron – deze optie is alleen beschikbaar
voor de LADI interface. Hiermee selecteert men de analoge
stroombron die is aangesloten op de LADI.
Type gebruikersinterface - bepaalt hoe de HMI werkt:
Feeder (FEED, fabrieksinstelling) - De HMI functioneert als
Feeder.
STICK/TIG (StIC) - Gewijd aan het functioneren van de HMI
met een lasstroombron (zonder draadtoevoer). Met de HMI
kunnen de programma's voor BMBE en TIG lasprocessen
ingesteld
Nota: STICK/TIG voorziet ook in het werken met een analoge
draadtoevoer. In dit geval zijn er aanvullende programma's
beschikbaar
voor
synergetische modus.
Parallel
(PArA)
–
afstandsbediening. Parallel kan alleen worden gebruikt in
parallel met het hoofdpaneel, dat kan worden ingesteld op
"FEEDER" of "STICK / TIG".
Nota: Bij het selecteren van een nieuw type HMI zal het
systeem opnieuw opstarten.
Nota: Het terugzetten naar de fabrieksinstellingen forceert het
type Feeder.
14
boog
wordt
verloren.
moet
deze
MIG/MAG
lasprocessen
De
HMI
functioneert
De
functionaliteit
worden.
in
niet-
als
een
Nederlands