120 nl | Verklarende woordenlijst
ID
Identificatie: een tekenreeks die door een machine kan worden gelezen
IEEE
Institute of Electrical and Electronics Engineers
IGMP
Internet Group Management Protocol
Internet Protocol
Het belangrijkste protocol dat op het internet wordt gebruikt, meestal in combinatie met
Transfer Control Protocol (TCP): TCP/IP
IP
Zie Internet Protocol
IP-adres
Een getal van vier bytes dat elke apparaat op het internet een unieke ID geeft. Het wordt
meestal geschreven in een decimale notatie met punten, bijvoorbeeld "209.130.2.193"
iSCSI
Opslag via IP-proces voor opslagnetwerken; specificeert hoe opslagprotocollen via IP worden
gebruikt.
ISDN
Integrated Services Digital Network
JPEG
Een coderingsproces voor stilstaande beelden (Joint Photographic Experts Group)
kbps
Kilobits per seconde, de werkelijke datasnelheid
LAN
Zie Local Area Network
Local Area Network
Een communicatienetwerk voor gebruikers binnen een beperkt geografisch gebied, zoals een
gebouw of een universiteitcampus. Een LAN wordt bestuurd door een
netwerkbesturingssysteem en maakt gebruik van een overdrachtsprotocol.
LUN
Logical Unit Number; logische schijf in iSCSI-opslagsystemen
MAC
Media Access Control
MIB
Management Information Base; een verzameling informatie voor onderhoud op afstand die
gebruikmaakt van het SNMP-protocol
MPEG-4
Een voortzetting van MPEG-2, ontwikkeld voor de transmissie van audiovisuele gegevens met
zeer lage transmissiesnelheden (bijvoorbeeld via het internet)
MSS
Maximum Segment Size; maximum aantal bytes dat beschikbaar is voor de
gebruikersgegevens in een datapakket
Netmasker
Een masker waaruit blijkt welk deel van een IP-adres het netwerkadres is en welk deel de host
aangeeft. Het wordt meestal geschreven in een decimale notatie met punten, bijvoorbeeld
"255.255.255.192"
V3.5 | 2007.12
J
K
L
M
N
Installatie- en bedieningshandleiding
VIP X1600
Bosch Security Systems