HOOFDSTUK 4 SYSTEEM:
GEBRUIK
4.01 Bediening/eigenschappen
voorpaneel
Zie de illustratie voor nummeraanduiding
1. Uitgangsstroomregeling
Stel de gewenste uitgangsstroomsterkte in. Uit-
gangsinstellingen tot 60 Ampère kunnen worden
gebruikt voor sleepsnijden (met de branderpunt
tegen het werkstuk) of voor afstandsnijden.
2. Functieregeling
Functieregelingsknop, gebruikt om tussen de ver-
schillende gebruiksmodussen te schakelen.
S E T W o r d t g e b r u i k t o m l u c h t d o o r
h e t a p p a r a a t e n d e b r a n d e r e n l e i d i n g -
en te blazen en de gasdruk aan te passen.
R U N
G e b r u i k t
g e m e n e
s n i j w e r k z a a m h e d e n
SNELLE AUTOMATISCHE HERSTART
Zorgt voor snellere herstart van de ontstekings-
boog om ononderbroken te kunnen snijden.
GRENDEL Voor langere handmatige
snijbewerkingen. Wanneer een snijboog tot stand
is gebracht, kan de branderschakelaar worden
losgelaten. De snijboog blijft AAN totdat de brander
van het werkstuk wordt getild, de brander voorbij de
rand van het werkstuk gaat, de branderschakelaar
weer wordt geactiveerd, of een van de systeemver-
grendelingen wordt geactiveerd.
3. AAN/UIT-stroomschakelaar
/
AAN/UIT-schakelaar regelt stroom naar de
voeding. Omhoog is AAN, omlaag is UIT.
4. Lucht-/gasdrukregeling
+
De drukregelaar wordt gebruikt in de
"SET"-stand om de lucht-/gasdruk aan te passen.
Trek de knop uit om aan te passen en druk in om
te vergrendelen.
Handleiding 0-5395NL
5.
Niet-knipperende lamp geeft aan dat de voeding
klaar is voor gebruik. Een knipperende lamp geeft
aan dat het apparaat in de veilige vergrendelstand
staat. Schakel het apparaat UIT, schakel de stroom-
toevoer UIT of koppel deze af, corrigeer de fout en
start het apparaat opnieuw. Zie hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
v o o r
a l -
6.
Temperatuurindicator
Indicator is normaliter UIT. Indicator is AAN
wanneer de interne temperatuur de normale
grenzen overschrijdt. Laat het apparaat afkoelen
voordat u het weer gebruikt.
7.
Gasindicator
Indicator is AAN wanneer de minimale voor de
werking van de voeding vereiste toevoergasdruk
aanwezig is. Minimale druk voor de voeding is
onvoldoende voor gebruik van de brander.
8.
Indicator is AAN wanneer de DC-uitgangsstroom-
kring is ingeschakeld.
!
9.
Indicator is AAN wanneer foutcircuit actief is. Zie
hoofdstuk 5 voor uitleg over foutlampen.
GEBRUIK
ESAB CUTMASTER 60
AC-indicator
1
2
A
MAX
MIN
PSI
BAR
MAX
MAX
MIN
MIN
!
5 6 7 8 9
10
DC-indicator
Foutindicator
3
4
+
Art# A-07886
4-1