S
TORINGSOPSPORING
De afstandsbediening moet op de optiekit worden aangesloten om
het systeem te kunnen instellen en storingen op te sporen.
Geen slechte werking van de airconditioner
Het systeem functioneert niet
Het systeem herstart wordt niet meteen na het verzoek om
koeling.
Als het werkingslampje oplicht, staat het systeem in normale
bedrijfstoestand.
Het systeem herstart niet meteen omdat één van de beveili-
gingen in werking is gesteld om overbelasting van het systeem
te voorkomen. Het systeem zal na 3 minuten automatisch
herstarten.
Het systeem herstart niet meteen nadat de voeding is
ingeschakeld.
Wacht 1 minuut totdat de microcomputer werkingsklaar is.
Storingsopsporing
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
Het systeem moet worden hersteld door een bevoegd service-
technicus.
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of aardlek-
schakelaar geregeld in werking wordt gesteld of als de AAN/UIT-
schakelaar niet naar behoren functioneert.
Schakel de hoofdvoeding uit.
Als het scherm
knipperen en de storingscode verschijnt;
Verwittig uw verdeler en geef hem de storingscode door.
Als het systeem niet naar behoren functioneert en geen van de ver-
melde storingen van toepassing is, dient u de volgende procedures
te volgen om na te gaan wat er misloopt.
Indien het systeem helemaal niet werkt
Controleer of er een stroompanne is.
Wacht totdat de voeding is hersteld. Indien er zich tijdens de
werking van het systeem een stroomstoring voordoet, start het
systeem weer vanzelf, onmiddellijk nadat de stroom hersteld is.
Controleer of er een zekering is doorgebrand of dat er een
probleem is met een onderbreker.
Vervang de zekering of stel de onderbreker opnieuw in.
Het systeem stopt nadat de werking is beëindigd
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buitenunit of
verdamper (luchtbehandelingsunit) geblokkeerd is door een
voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
Er wordt een foutsignaal doorgestuurd en het systeem wordt
stilgelegd.
Als de fout na 5-10 minuten wordt teruggesteld, was de unit-
beveiliging geactiveerd maar de unit werd herstart na verloop
van de evaluatietijd.
Raadpleeg uw verdeler als dit niet helpt.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
9
, het unitnummer en de werkingslamp
Als het systeem werkt, maar onvoldoende koelt
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de verdamper
(luchtbehandelingsunit) of de buitenunit geblokkeerd is door een
voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
Controleer of er deuren of ramen open staan.
Sluit de deuren of ramen om te voorkomen dat de wind naar
binnen waait.
Controleer of er geen rechtstreeks zonlicht in de kamer schijnt.
Gebruik gordijnen of jaloezieën.
Controleer of er teveel mensen in de kamer zijn.
De koelwerking vermindert wanneer er teveel warmte in de
kamer wordt gegenereerd.
Controleer of de warmtebron in de kamer niet te groot is.
De koelwerking vermindert wanneer er teveel warmte in de
kamer wordt gegenereerd.
De verdamper (luchtbehandelingsunit) vriest op
De thermistor (R2T) werd niet op het koudste deel aangebracht
en een deel van de verdamper vriest op.
Breng de thermistor op het koudste punt aan.
De thermistor is losgeraakt.
Maak de thermistor vast.
De verdamperventilator draait niet continu.
Wanneer de buitenunit wordt stilgelegd, moet de verdamper-
ventilator blijven draaien om het ijs dat zich tijdens de werking
van de buitenunit heeft opgebouwd, te smelten.
Zorg ervoor dat de verdamperventilator blijft draaien.
Neem in deze gevallen contact op met uw dealer.
O
NDERHOUD
Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
Alle voedingscircuits moeten zijn onderbroken voordat
u aan de klemmen begint te werken.
De isolatie van de elektronische componenten kan
door water of schoonmaakmiddel worden aangetast,
waardoor deze componenten kunnen doorbranden.
E
ISEN BIJ HET ONTMANTELEN
Het ontmantelen van de unit, behandelen van het koelmiddel, olie en
andere onderdelen moet gebeuren in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale wetgeving.
EKEXMCBV3
Optiekit voor combinatie van Daikin-condensorunits
met lokaal geleverde verdampers
4PW32096-1B