Elektrische aansluiting
Laagspanningskabels zoals temperatuursensorkabels moeten apart van de netspanningskabels worden gelegd.
Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat
er geen spanning op staat! Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden gemaakt door een specialist en in nale-
ving van de toepasselijke regelgeving. De eenheid mag niet worden ingeschakeld als er schade aan de behuizing zicht-
baar is, bijvoorbeeld scheuren.
De klant moet voorzien in een alpolige afscheiding, d.w.z. een noodschakelaar voor de verwarming.
De belastingverminderingen zijn geschikt voor
flexibele kabels met een kabelschede van 5 mm
tot 8 mm, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt
gemaakt van de verlichting van de onderstam
(zoals aangegeven). De kabels moeten op een
vaste plaats worden gecontroleerd. Vaste, dik-
kere en dunnere kabels moeten altijd stevig wor-
den bevestigd en aan de installatiezijde worden
bevestigd.
Vaste kabels of draden met speciale draad en fer-
rules kunnen eenvoudig in de terminals worden
geduwd. Voor andere draden moet de drukknop
eerst volledig worden ingedrukt met een schroe-
vendraaier zoals aangegeven.
Draad ferrules gemaakt van messing
kan moeilijk te klemmen zijn als gevolg
van hun asymmetrische krimp vorm. In
dit geval, verwijder de draad ferrule. De
inschakelterminals zijn ook geschikt
voor flexibele kabels.
8