3002882 EBC20 NL 210715
2.4.5 Twee installaties en continue werking van rookgasventilator
Het voorbeeld laat zien hoe de EBC20 verbonden moet worden indien een continue werking van de
rookgasventilator gewenst is.
• Sluit de voeding op klemmen 1-3 aan.
• Er wordt een leidingverbinding tussen de klemmen 11 en 15 en 19 gelegd.
• Er wordt een leidingverbinding tussen de klemmen 12 en 16 en 20 gelegd.
• Aansluiting op de ketels (voorbeeld met 2 ketels):
- Sluit het startsignaal voor de brander van ketel 1 op klemmen 13 & 14 aan.
- Sluit het startsignaal voor de brander van ketel 2 op klemmen 17 & 18 aan.
• Sluit de rookgasventilator op klemmen 4-6 aan.
• Sluit de drukomvormer (XTP) op klemmen 23-25 aan.
Drukgestuurde regeling van exodraft rookgasventilatoren
21