Inhoudsopgave
Advertenties
5
COMMUNICATIE
5.1
DB9 COMMUNICATIEPOORT
De RS232 poort is een interfacepoort die communicatie tussen UPS en computer mogelijk maakt via een
seriële kabel (zie 5.1) en UPS monitoring software.
De interfacepoort is al actief als de UPS in standby mode staat (zie 4.4.9).
Om de instellingen van de unit te wijzigen is het raadzaam de UPS eerst in standby mode te zetten.
Sommige instellingen kunnen zelfs uitsluitend worden gewijzigd tijdens standby mode of bypassbedrijf.
LET OP
Het veranderen van bepaalde instellingen kan ertoe leiden dat de unit van bypass naar
standby schakelt, waarna er geen uitgangsspanning meer beschikbaar is.
Raadpleeg voor verdere informatie over de verschillende instellingen de helpfunctie van de UPS monitoring
software.
5.2
SNMP INTERFACEKAART (OPTIE)
Middels deze kaart kan de data-interface rechtstreeks worden aangesloten op een Ethernet-netwerk. De kaart
kan in de daarvoor bestemde kaartsleuf worden gestoken (8, fig. 3.3.5.a). Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding die met de kaart is meegeleverd.
6
OPTIE: VERLENGDE AUTONOMIE
Indien een langere autonomie vereist is dan de standaard UPS kan leveren kunt u een extra batterijkast
installeren. Daarna moet de UPS geïnformeerd worden over de nieuwe totale batterijcapaciteit, zodat er een
betrouwbare herberekening gemaakt kan worden van de beschikbare autonomietijd (via UPS monitoring
software). Afhankelijk van de ladingstoestand van de nieuwe batterijen kunnen de nieuwe
autonomieberekeningen tijdelijk onbetrouwbaar zijn.
Extra batterijen verlengen de herlaadtijd. Alle overige gebruiksinformatie is gelijk aan die voor de
standaardapparaten.
wijzigingen voorbehouden
fig. 5.1
21
Gebruikershandeiding GT Series 6 - 10 kVA UPS 1.2 (NL)
Advertenties
Inhoudsopgave
