5 Gebruiksaanwijzing
5.1 Voorbereidende maatregelen
Algemene eisen inzake het testmateriaal
De oppervlaktetemperatuur van het testoppervlak moet lager zijn dan 120 ° C.
Het te testen oppervlak mag niet te oneffen of ruw zijn. Dit kan leiden tot meetfouten. Het
testmateriaal dient glad, uitgevlakt en vetvrij te zijn. De ruwheid van het oppervlak dient
meer te zijn dan 2 μm.
Het testoppervlak mag niet magnetisch zijn.
Indien de kromtestraal R van het testoppervlak kleiner is dan 30 mm, dient een kleine
steunring gebruikt te worden.
Eisen m.b.t. het gewicht van het testmateriaal
Voor monsters met een gewicht van meer dan vijf kilogram en een compact ontwerp is geen
ondersteuning nodig. Teststukken met een gewicht van 2-5 kilo, maar ook zwaardere teststukken
die dunwandig zijn of uitstekende elementen hebben dienen door middel van een ondersteunende
inrichting gestabiliseerd te worden. Dit zal voorkomen dat het teststuk bij aanraking vervormt of
verschuift. Teststukken met een gewicht van maximaal twee kilo moeten met een ondersteunende
inrichting van minimaal vijf kilogram aangesloten worden.
Eisen m.b.t. de koppeling van het teststuk met een ondersteunende inrichting / grondplaat
Het contactoppervlak tussen het teststuk en de grondplaat dient vlak en glad te zijn. Tussen de
grondplaat en teststuk moet een dunne, uniforme laag van geleidende gel worden aangebracht.
Het teststuk dient in een cirkelvormige beweging op de grondplaat gedrukt te worden om
optimaal contact en verspreiden van het koppelmiddel te bereiken. De meetrichting dient loodrecht
op het contactvlak te zijn. Het teststuk mag, voor dit proces, niet dikker zijn dan 5 millimeter.
Eisen m.b.t. een teststuk met een gehard oppervlak
Geharde staalsoorten geven vaak een te geringe hardheidswaarde weer. Dit komt door de zachte
kern, wanneer de geharde laag zeer dun is. Wanneer met een D/DL slaglichaam gemeten word, dient
de geharde laag niet dikker te zijn dan 0,8 mm.
Let op: Een ontoereikende koppeling van de teststukken veroorzaakt grote fouten in de
meetresultaten. In dit geval zal de waarde doorgaans te gering zijn, en de meting zal gepaard gaan
met een ratelend geluid. Tijdens de meting zal het teststuk blootgesteld worden aan een zeer grote
(max.900 N) , maar kortstondige kracht. Vandaar dat het vastklemmen van het teststuk in een
bankschroef niet geschikt is als ondersteuning. Het teststuk verschuift tijdens een meting altijd
minimaal en wordt blootgesteld aan een zekere spanning. Een dergelijke foutieve meting is
gewoonlijk aan de hand van een meetreeks te detecteren. Tijdens de kalibratie is het niet mogelijk de
verschillende materialen, hardheidseenheden en inslagrichtingen te wijzigen.
GEBRUIKSAANWIJZING Hardheidsmeter PCE-2500
8