DOORZAAIER/ELEKTRISCHE VERTICUTEERMACHINE Gebruikershandleiding
HARKBESTURING-VEERHASPEL (Zie Afb. 5)
OPMERKING: Voor dit gebruik is de veerhaspel (350354) vereist.
STEL DIEPTE IN: Met de motor uitgeschakeld stelt u de harkdiepte zo in dat de veertanden het vlakke oppervlak (bv. oprit,
voetpad) waarop de machinehoogte ingesteld wordt net niet aanraken. OPMERKING: Teveel contact met de grond zal
vroegtijdige slijtage en schade toebrengen aan de veertanden.
:
TANDEN INSCHAKELEN
Trek de beugel op de handgreep terug. OPMERKING: Wanneer de veertanden in werking gesteld
worden onder zware werkomstandigheden (zoals bij zware gazonvilt of ongelijke grasmatten), voer dan wat druk uit op de
handgreep om de voorste wielen lichtjes op te heffen. Schakel de veertanden in. Zet de machine langzaam weer neer op de
grasmat.
HARKEN: Hark een klein testgebied en bestudeer de resultaten. Gazonvilt zou verwijderd moeten zijn en op het gezonde gras
gedeponeerd moeten zijn. Als het gezonde gras zwaar beschadigd wordt moeten de veertanden aangepast worden om verdere
beschadigingen te voorkomen. Ga verder met het harken van uw tuin, en werk steeds in dezelfde richting (bv. noord-zuid of oost-
west). OPMERKING: Als een grote daling in het motortoerental voorvalt of als de machine u naar voren trekt en op en neer klapt
tijdens het gebruik, dan zijn de veertanden te diep ingesteld.
GAZONVILT VERWIJDEREN: Na het harken wordt een laag gazonvilt op het gazon gedeponeerd. Deze gazonvilt moet
verwijderd worden vooraleer u het gazon mest, bezaait of bewatert. Wij raden het gebruik van een bladzuiger voor gazons of een
bladblazer aan om dit gazonvilt te verzamelen en te verwijderen.
VERTICUTEREN (Zie Afb. 6)
OPMERKING: Voor dit gebruik is de snijhaspel (350113) vereist.
STEL DIEPTE IN: Met de motor uitgeschakeld stelt u de diepte zo in dat de messen een vlak oppervlak (bv.
oprit, voetpad) net aanraken.
DE MESSEN IN WERKING STELLEN: Trek de beugel op de handgreep terug. OPMERKING: Wanneer de
messen in werking gesteld worden onder zware werkomstandigheden (zoals bij zware gazonvilt of ongelijke
grasmatten), voer dan wat druk uit op de handgreep om de voorste wielen lichtjes op te heffen. Stel de
messen in werking. Zet de machine langzaam weer neer op de grasmat.
SNIJDEN: Verticuteer een klein testgebied en bestudeer de resultaten. Enig gazonvilt en afgesneden stengels
zouden verwijderd moeten zijn en op het gezonde gras gedeponeerd moeten zijn. Grasuitlopers zouden
doorgesneden moet zijn zodat ze klaar staan om verwijderd te worden. Als het gezonde gras zwaar
beschadigd wordt, moet de mesdiepte aangepast worden om verdere beschadigingen te voorkomen. Ga
verder met het harken van uw tuin, en werk steeds in dezelfde richting (bv. noord-zuid of oost-west).
OPMERKING: Als een grote daling in het motortoerental voorvalt of als de machine u naar voren trekt en op
en neer klapt tijdens het gebruik, dan zijn de messen te diep ingesteld.
GAZONVILT/STENGELS VERWIJDEREN: Na het verticuteren wordt een laag gazonvilt en stengels op het
gazon gedeponeerd. Wij raden het gebruik van een bladzuiger voor gazons of een bladblazer aan om het
gazonvilt en de stengels te verzamelen en te verwijderen.
BEDIENING VOOR DOORZAAIEN
OPMERKING: Voor dit gebruik is de snijhaspel (350113) vereist.
DROOG: Zorg dat het gras droog is. Natte condities kunnen langdurige schade berokkenen aan het gezonde gras.
ZAAD: Verspreid het graszaad volgens de instructies van de zaadleverancier (bv. 4,5 kg. per 93 m
STEL DIEPTE IN: Met de motor uitgeschakeld stelt u de harkdiepte zo in dat de messen een diepte van 6-12mm (1/4"-1/2") onder een vlak
oppervlak (bv. oprit of voetpad) bereiken.
KOPPELING INSCHAKELEN: Trek de beugel op de handgreep terug. OPMERKING: Wanneer de koppeling in werking gesteld wordt onder zware
werkomstandigheden (zoals bij zware gazonvilt of ongelijke grasmatten), voer dan wat druk uit op de handgreep om de voorste wielen lichtjes op te
heffen. Stel de koppeling in werking. Zet de machine langzaam weer neer op de grasmat.
SNIJDEN: Rol de machine weer over het ingezaaide gebied om het zaad in de grond te werken. Als het gezonde gras zwaar beschadigd wordt,
moet de mesdiepte aangepast worden om verdere beschadigingen te voorkomen. Ga verder met het harken van uw tuin, en werk steeds in
dezelfde richting (bv. noord-zuid of oost-west). OPMERKING: Als een grote daling in het motortoerental voorvalt of als de machine u naar voren
trekt en op en neer klapt tijdens het gebruik, dan zijn de messen te diep ingesteld.
Onderdeelnr. 350517
2
[10 lbs. per 1000 ft
7
Afb. 5
Afb. 6
2
])