Inleiding ® Backsense van Brigade maakt gebruik van het radarsysteem FMCW (Frequency Modulated Continuous Wave, frequentiegemoduleerde continue golf) en is bedoeld om mensen en objecten in dode hoeken te detecteren. Het vermindert de kans op aanrijdingen aanzienlijk. Het detecteert stilstaande en bewegende objecten, en geeft de bestuurder in de cabine visuele en akoestische signalen als waarschuwing, omdat hij zijn aandacht niet bij alle ®...
• Voor afstanden van minder dan 1,3 m (detectie alleen bij relatieve snelheid) of minder dan 0,3 m (geen detectie) is het gebied dat wordt beslagen door radarsystemen in het algemeen zeer klein, dus dit systeem is dan wellicht geen geschikte oplossing. Brigade ®...
1.2.1.2 Verticale richting detectiegebied Persoon Auto Vrachtwagen Detectie-afstand (m) 1.2.2 Factoren bij de detectie van objecten ® In principe deelt Backsense de voor- en nadelen van alle radarsystemen in vergelijking met andere detectietechnologieën. In het algemeen kan het de meeste objecten detecteren in de meeste omgevingsomstandigheden zoals stof, vuil, regen, sneeuw, zonlicht, mist, duisternis, lawaai, mechanische trilling, elektromagnetische ruis en dergelijke.
(zwarte kabel) als een object wordt gedetecteerd in het detectiegebied. Een secundair apparaat zou bijvoorbeeld een bbs-tek® white sound-alarm van Brigade kunnen zijn of een zwaailicht om mensen in het detectiegebied te waarschuwen. Sluit het apparaat gewoon aan op dezelfde niet-permanente voedingsbron waarop de rode kabel is aangesloten en gebruik de witte kabel voor de aansluiting op de negatieve pool.
De sensor moet rechtop worden bevestigd met de kabeluitgang naar beneden gericht. Het Brigade-logo aan de voorkant van de sensor moet leesbaar zijn in de normale stand als deze in het vereiste detectiegebied staat, zie de afbeelding hierboven. De sensor moet zicht hebben op alle gebieden waar objecten moeten worden gedetecteerd.
Met de functie Blind Area setup (Configuratie dood gebied) van het configureerbare systeem ® Backsense kunt u wellicht dergelijke problemen met de installatiepositie oplossen of de gevolgen daarvan compenseren, zodat excentrische installaties of installaties onder een hoek mogelijk zijn (zie het gedeelte “4.3.11 Configuratie dood gebied”). Kabel De kabels moeten door een kabelgoot worden geleid en langs geschikte kabeltrajecten door het hele voertuig.
Knipperfrequentie Zoemerwaarschuwing Functie Locatie zonelampjes of Interval statuslampje Systeem uit (niet gevoed of het Configuratieprogramma Statuslampje aangesloten (alleen bij BS-8000) constant gedurende Systeemvoeding aan Alle zonelampjes 1 seconde Zelftest constant gedurende rood / constant (na inschakeling 1 seconden Statuslampje gedurende voeding) 5 seconden Systeem standby...
Als dat niet mogelijk is omdat het object een onderdeel is van het voertuig, verplaats de sensor dan, zodat deze dergelijke objecten niet detecteert. Als de sensor niet kan worden verplaatst, moet u misschien de BS-8000 installeren of Brigade om advies vragen, zie het gedeelte “3.4.3 Voertuigoverhang in detectiegebied”.
Configureerbaar systeem model BS-8000 ® In dit gedeelte behandelen we de configuratie van het model BS-8000 van Backsense Systeemeisen aan de PC Voor dit systeem hebt u een PC nodig met een USB-poort 2.0 Type-A, voor aansluiting van een computer op de programmeringsinterfaceconnector op de display. Er moet een USB- kabel met standaard stekker type A naar stekker mini-B worden gebruikt, die is meegeleverd met de BS-8000.
Pagina 14
De voortgang van de installatie is te zien in de twee onderstaande vensters: Klik nadat de installatie is uitgevoerd op “Finish” (Voltooien): Als er problemen zijn met de driverinstallatie, dan is meer informatie beschikbaar in het document “PL2303 Windows Driver User Manual v1.9.0.pdf” in de map “Driver” op de CD ROM.
Als u twijfels hebt over de installatie, lees dan het gedeelte “4.3 Configuratieprogramma gebruiken” en “4.3.1 Nummer COM-poort vaststellen”. Daarin worden de juiste eigenschappen van de installatie en poort vermeld. 4.2.2 Installatie Configuratieprogramma Plaats de CD ROM, ga naar de map “ConfigTool” en dubbelklik op het bestand “setup”. In sommige gevallen kan er een waarschuwing zijn aangaande een digitale handtekening.
Pagina 16
Kruis het selectievakje aan om een desktoppictogram te installeren en klik op “Next >” (Volgende). Wijzig de installatiemap of bevestig dat deze correct is en klik op “Next >” (Volgende). De standaardlocatie ziet u hieronder. Bevestig de installatie door op “Next >” (Volgende) te klikken.
De voortgang van de installatie wordt weergegeven zoals hieronder afgebeeld: Klik nadat de installatie is uitgevoerd op “Close” (Sluiten): Het desktoppictogram ziet u hieronder: Configuratieprogramma gebruiken Sluit de display op de PC aan door middel van de meegeleverde USB-kabel (steek deze in de USB-poort van de display).
Pagina 18
Klik op de knop Start in Windows (meestal links onder in het scherm) en selecteer “Uitvoeren…”. Typ in het dialoogvesnter “Uitvoeren" ‘devmgmt.msc’ en klik op “OK”; Apparaatbeheer wordt dan geopend. Klik in het venster Apparaatbeheer op “Poorten (COM LPT)” en kruis het selectievakje “Prolific USB-to-Serial Com Port (COM##)”...
4.3.2 Overzicht gebruikersinterface Het Configuratieprogramma heeft veel subvensters. De subvensters worden gebruikt voor het bekijken of instellen van de configuratie. Hieronder ziet u een kenmerkende applicatie. Het menugebied dat is aangegeven met de letter “A” geeft toegang tot vensters waarmee de betreffende functie kan worden bekeken, gewijzigd of geactiveerd.
® 4.3.4 Verbinding met Backsense ® Sluit de display aan op de PC met de USB-kabel die is meegeleverd met Backsense 8000. ® N.B.: Controleer voordat u de verbinding maakt of Backsense is aangezet en geactiveerd - het statuslampje op de display moet constant branden met een groen licht. Selecteer de correcte COM-poort voordat u het Configuratieprogramma aansluit op de display.
® 4.3.5 Verbinding met Backsense verbreken Voordat u de USB-kabel lostrekt uit de display of PC moet de functie "Disconnect” worden geselecteerd in het Configuratieprogramma. Klik in het menugebied “System” en daarna op “Disconnect Sensor” (Sensor loskoppelen), zie de onderstaande afbeelding). De optie met het selectievakje geeft de huidige status van de gegevensverbinding aan.
configuratiegegevens gelezen uit de display. Dit is handig als een configuratie moet worden aangepast, van het ene systeem naar het andere gekopieerd of opgeslagen in een bestand voor gebruik later. Nadat de configuratiegegevens zijn gelezen, wordt een bevestiging weergegeven. Zie de onderstaande afbeeldingen. met het Configuratieprogramma is verbonden (zie het gedeelte “4.3.4 ®...
4.3.10 Configuratie detectiegebied N.B.: Alle afmetingen zijn benaderingen bij het instellen van de detectiezone en dode zones. Alle afmetingen voor detectie van objecten zijn slechts indicatief, ze variëren in werkelijkheid aanzienlijk, afhankelijk van vele parameters. Zie voor meer informatie het gedeelte “1.2.2 Factoren bij de detectie van objecten”.
configureert u iedere “Detection Zone Length (Lengte detectiezone), “Quick Zones Detection Area Length” (Lengte detectiegebied modelzones), “Detection Zone Width” (Breedte detectiezone), “Trigger Output Length” (Triggerdrempel) en “Buzzer Starting Zone” (Zoemerdrempel). 4.3.10.3 Lengte detectiegebied Het detectiegebied kan op twee manieren worden ingesteld; elke zone individueel met “Detection Zone Length”...
4.3.10.5 Lengte detectiegebied modelzones Er zijn acht “modelzones”, dit zijn vooraf ingestelde zones die kunnen worden geselecteerd door op het betreffende selectievakje naast de gewenste afstand te klikken. Met deze optie stelt u de totale lengte in en maakt u vijf gelijke zones. Dit is niet van invloed op de breedte, trigger - of zoemerdrempel;...
Pagina 26
4.3.10.6 Breedte detectiezone De breedte van de detectiezone varieert van 2,0 tot 10,0 m en is afhankelijk van de geselecteerde “Total Detection Length”(Lengte totale detectiegebied). Hiermee wordt de totale breedte van het detectiegebied ingesteld afhankelijk van de vereisten. Selecteer de vereiste breedte van de detectiezone uit de vervolgkeuzelijst en klik op “Apply”...
4.3.10.8 Zoemerdrempel De zoemerdrempel wordt ingesteld op het punt waar u de zoemer wilt gaan horen. Selecteer de vereiste zoemerdrempel uit de vervolgkeuzelijst en klik op “Apply” (Toepassen). In het voorbeeld hieronder ziet u een lengte van de detectiezone van 10,0 m en de zoemerdrempel is ingesteld voor detectiezone 3.
Op de volgende afbeelding ziet u de relatie tussen de twee beelden in het Configuratieprogramma In de bovenstaande afbeelding is het dode gebied ingesteld op 3,0 x 2,0 m voor de sensor. Het dode gebied is onderverdeeld in 5 zones (lengterichting) die elk uit 4 segmenten (breedterichting) bestaan.
4.3.11.3 Segmenten dode zone selecteren Nadat het gebied voor de dode zone is bepaald, kan ieder segment afzonderlijk worden geselecteerd om dit uit de detectiezone te verwijderen. Ieder object in de geselecteerde dode segmenten wordt nu genegeerd. Ieder segment wordt geselecteerd in het venster Setup (Configuratie) met behulp van de selectievakjes.
Tests en onderhoud Gebruiksaanwijzing ® Deze informatie is bestemd voor de bestuurder van het voertuig waarin Backsense geïnstalleerd: ® 1) Backsense is bedoeld als objectdetectiesysteem en de bestuurder mag niet hoofdzakelijk op dit systeem afgaan voor een veilige bediening van het voertuig. Het is een hulpmiddel dat samen met andere veiligheidsprogramma's en procedures moet worden gebruikt voor de veilige bediening van het voertuig met betrekking tot personen en objecten in de omgeving.
Pagina 33
6) Als op de display een van de 5 zonelampjes brandt, betekent dit dat er waarschijnlijk een object in het detectiegebied de test verstoort. Rijd het voertuig naar een leeg (ontruimd) gebied en ga verder. 7) Controleer de afstand voor iedere detectiezone: Begin aan de buitenzijde van het detectiegebied en controleer verscheidene punten op de hartlijn van het detectiegebied tot ongeveer 0,4 m van de sensor.
Specificaties Kenmerken Detectiebereik 5 zones van gelijke lengte (systemen met vast bereik) of configureerbare lengten Modelnaam BS-8000 BS-7030 BS-7045 BS-7060 Type Configureerbaar Vast bereik Standaardinstelling) [ft] [ft] [ft] [ft] Lengte detectiegebied 3 - 30 (10)* 10 - 98 (33)* Lengte van iedere 1 - 26 (2)* 3 - 85 (7)* detectiezone...
Pagina 35
Beugel Optioneel, verstelbaar voor verticale hoek Displayspecificatie Zonelampjes Goed leesbaar bij uiteenlopende omstandigheden met licht in omgeving Luminantie > 300 cd/m Zoemer Draaiknop zoemervolume Geluidsdruk instelbaar 65 tot 90 dB(A) (op 1 m afstand) Frequentie 2800±300Hz Programmeringsinterface Mini USB-poort (alleen configureerbare versie) Afmetingen (in mm) 101 x 70 x 29 (met beugel 71) Connector...
Pagina 36
EU verklaring van overeenstemming Product types Brigade Backsense Radar Obstakel Detectiesysteem BS-8000, BS-7030, BS-7045, BS-7060 Fabrikant: Brigade House, The Mills, Station Road, South Darenth, DA4 9BD, UK Deze verklaring van overeenstemming is alleen verstrekt onder de verantwoordelijkheid van Brigade Electronics. Deze verklaring betreft...
Brigade y sus distribuidores way be attached to Brigade or to the distributor. comerciales no se responsabilizan de cualquier daño derivado del uso o deun mal Avertissement funcionamiento del producto.