Instructies
• Controleer alle buizen op abnormale trillingen.
Bewegingen van meer dan 1,5 mm moeten
worden gecorrigeerd, bijvoorbeeld met lei-
dingbeugels.
• Voeg indien nodig extra koelmiddel toe in de
vloeibare toestand aan de lagedrukzijde, zo
ver weg van de compressor als mogelijk. De
compressor moet draaien tijdens dit proces.
• Overlaad het systeem niet.
• Laat nooit koelmiddel ontsnappen in de at-
mosfeer.
• Voer een algemene inspectie uit van de in-
stallatie voordat u de locatie verlaat en con-
troleer op netheid, lawaai en lekken.
• Noteer het type en de hoeveelheid koelmiddel
en ook de werkomstandigheden als referentie
voor toekomstige inspecties.
• Compressor kan geen druk opbouwen: Con-
troleer alle omloopventielen in het systeem
om na te gaan of ze niet werden geopend.
Controleer ook of alle magneetventielen in
de juiste positie staan.
• Abnormaal geluid tijdens werking: Controleer
of er geen vloeistof terugstroomt naar de
compressor door de temperatuur te meten van
het zuiggas en het compressorcarter. Het carter
moet ten minste 6K boven de verzadigde
zuigtemperatuur liggen bij stabiele werkom-
standigheden.
• De hogedrukschakelaar slaat aan: Controleer
de werking van de condensor (netheid van de
condensor, werking van de ventilator, water-
stroom en waterdrukventiel, waterfilter, enz.).
Als alles in orde is, kan het probleem te wijten
zijn aan een overvulling van koelmiddel of de
aanwezigheid van een niet-condenseerbaar
middel (bv. lucht, vocht) in het circuit.
• De lagedrukschakelaar slaat aan: Controleer
de werking van de verdamper (netheid van
de spoel, werking van de ventilator, water-
stroom, waterfilter, enz.), dalingen in het debiet
van het vloeibare koelmiddel en de druk
(magneetventiel, filterdroger, expansieventiel,
enz.), koelmiddel.
• Weinig koelmiddel: De correcte hoeveelheid
Danfoss Commerciële Compressoren http://cc.danfoss.com
FRCC.EI.024.A1.10 - March 2013
koelmiddel wordt aangegeven in het kijkglas,
de condensor delta T in verhouding met de
koelmiddeldruktabellen (druk-temperatuur),
de oververhitting en onderkoeling, enz. (raad-
pleeg hoofdstuk 8 als moet worden bijgevuld).
• Korte cyclus van de compressor: Het aantal
cycli mag nooit hoger zijn dan 12 starts per uur.
12 – Onderhoud
De interne druk en oppervlaktetemperatuur
zijn gevaarlijk en kunnen permanente letsels
veroorzaken. Onderhoudstechnici en installateurs
moeten over de juiste vaardigheden en het juiste
materiaal beschikken. De temperatuur van de
leidingen en bovenste shell van de compressor
kan meer dan 100°C bedragen en ernstige
brandwonden veroorzaken.
Zorg voor periodieke onderhoudsinspecties
om de betrouwbaarheid van het systeem te ga-
randeren en te voldoen aan de plaatselijke voor-
schriften.
Om systeemgerelateerde compressorproblemen
te voorkomen, wordt het volgende periodieke
onderhoud aanbevolen:
• Controleren of veiligheidsapparaten werken
en correct zijn ingesteld.
• Het systeem controleren op lekken.
• Het stroomverbruik van de compressor contro-
leren.
• Controleren of het systeem werkt op een ma-
nier die vergelijkbaar is met vorige onder-
houdsverslagen en de omgevingsomstandig-
heden.
• Controleren of alle elektrische aansluitingen
goed zijn vastgemaakt.
• De compressor schoon houden en controleren
of er geen roest en oxidatie aanwezig is op de
behuizing, de buizen en de elektrische ver-
bindingen.
• Controleer de interne temperatuur van de
frequentieomvormer op de display en het
luchtdebiet van de koeling.
• Fouten worden opgeslagen in het geheugen
van de frequentieomvormer en kunnen wor-
den weergegeven. Dit kan helpen bij de eva-
luatie en verbetering van parameters van de
frequentieomvormer of het systeem zelf.
13 - Waarborg
Vermeld altijd het modelnummer en serienummer
bij het indienen van een claim over dit product.
Gebruik het foutengeheugen van de frequentie-
omvormer om de foutbeschrijvingen op te halen
voordat het systeem wordt opgestart en voordat
de stroom wordt uitgeschakeld.
De productwaarborg kan in de volgende geval-
len vervallen:
• Afwezigheid van naamplaatje.
• Externe wijzigingen; meer bepaald boren, las-
sen, gebroken steunvoet en schokmarkeringen.
• Compressor werd geopend of onverzegeld
teruggestuurd.
• Roest, water of lekdetectiekleurstof in de
compressor.
• Het gebruik van een koelmiddel of smeer-
middel dat niet is goedgekeurd door Danfoss.
• Afwijkingen van de aanbevolen installatie-,
bedienings- of onderhoudsinstructies.
• Het gebruik in mobiele toepassingen.
• Het gebruik in een omgeving met explosieve
atmosfeer.
• Geen modelnummer of serienummer vermeld
op de waarborgclaim.
14 – Verwijderen
Danfoss raadt aan dat compressoren,
frequentieomvormers en compressorolie
worden gerecycled door een erkend
bedrijf.
Copyright Danfoss Commercial Compressors - 03/13