Inhoudsopgave
Advertenties
Lokale omschakelwaarde weersafhankelijk
De lokale instelling van de lokale omschakelwaarde weersafhankelijk
is alleen van belang als het weersafhankelijk instelpunt (zie lokale
instelling
"[1] Weersafhankelijk
geselecteerd is.
■ [d-03] Lokale omschakelwaarde weersafhankelijk: bepaalt de
omschakelwaarde van het weersafhankelijk instelpunt rond
een buitentemperatuur van 0°C.
T
t
[1-02]
R
[1-03]
[1-00]
0°C
T
Doeltemperatuur water
t
T
Buitentemperatuur
A
R Bereik
L Lokale omschakelwaarde
[1-00]~[1-04] Toepasbare lokale instellingen van het weersafhankelijk
instelpunt [1].
[d-03]
Buitentemperatuurbereik (T
0
—
1
–2°C~2°C
2
3
–4°C~4°C
4
[E] Uitlezing informatie over de unit
■ [E-00] Uitlezing van de softwareversie (voorbeeld: 23)
■ [E-01] Uitlezing van de EEPROM-versie (voorbeeld: 23)
■ [E-02] Uitlezing van de identificatie van het model van de unit
(voorbeeld: 11)
■ [E-03] Uitlezing van de vloeibare koelmiddeltemperatuur
■ [E-04] Uitlezing van de inlaatwatertemperatuur
LET OP
De
uitlezingen
permanent
geactualiseerd.
uitlezingen worden pas geactualiseerd nadat weer
naar de eerste codes van de lokale instellingen wordt
teruggekeerd.
Montagehandleiding
39
instelpunt"
op
pagina
L
[1-01]
T
A
)
Lokale omschakelwaarde
A
—
2
4
2
4
[E-03]
en
[E-04]
worden
De
temperatuur-
[F] Instelling optie
Pompwerking
De lokale instelling van de pompwerking geldt alleen voor de logica
28)
van de pompwerking wanneer DIP-schakelaar SS2-3 OFF is.
Wanneer de functie pompwerking gedeactiveerd is, wordt de pomp
stilgelegd als de buitentemperatuur hoger is dan de in [4-02]
ingestelde waarde of als de buitentemperatuur onder de in [F-01]
ingestelde waarde daalt. Wanneer de pompwerking geactiveerd is,
kan
de
pomp
"8.3. Configuratie van de pompwerking" op pagina
■ [F-00] Pompwerking: bepaalt of de functie pompwerking
geactiveerd (1) of gedeactiveerd(0) is.
Toelating koelen van ruimten
■ [F-01] Toelatingstemperatuur koelen van ruimten: bepaalt de
buitentemperatuur
uitgeschakeld is.
INFORMATIE
Deze functie geldt alleen voor EKHBX wanneer
koelen van ruimten geselecteerd is.
Besturing bodemplaatverwarming
Geldt alleen voor installaties met een buitenunit ERLQ of in het geval
dat de optie kit met bodemplaatverwarming geïnstalleerd is.
■ [F-02] Inschakeltemperatuur bodemplaatverwarming: bepaalt
de buitentemperatuur waaronder de binnenunit de bodem-
plaatverwarming activeert om bij een lage buitentemperatuur
ijsvorming in de bodemplaat van de buitenunit te voorkomen.
■ [F-03] Hysterese
temperatuurverschil tussen de in- en uitschakeltemperatuur
van de bodemplaatverwarming.
Bodemplaatverwarming
AAN
T
Buitentemperatuur
A
VOORZICHTIG
De bodemplaatverwarming wordt bestuurd via X14A.
niet
Controleer of [F-04] juist is ingesteld.
Functionaliteit van X14A
■ [F-04] Functionaliteit van X14A: bepaalt of de logica van
X14A het outputsignaal voor het zonnekitmodel (EKSOLHW)
EKHBH/X_AA/AB (0) volgt ofwel of de logica van X14A de
output voor de bodemplaatverwarming volgt (1).
INFORMATIE
Onafhankelijk van lokale instelling [F-04] volgt contact
X3-X4 (EKRP1HB) de logica van het outputsignaal voor
het zonnekitmodel (EKSOLHW). Zie de afbeelding hierna
voor de schematische locatie van dit contact.
X2M
bij
alle
buitentemperaturen
waaronder
koelen
bodemplaatverwarming:
[F-03]
UIT
T
[F-02]
A
OFF ON
SS1
X1M
YC Y1 Y2 Y3 Y4
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
werken.
Zie
25.
van
ruimten
bepaalt
het
EKHBX008BB3V3S
4PW62597-3A – 05.2011
Advertenties
Inhoudsopgave
