39ZDF7020.fm 3 ページ 2019年11月13日 水曜日 午前11時39分
LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARS
CHOKEHENDEL
LUCHTFILTER
OLIEVULDOP/
PEILSTOK
OLIEAFTAPPLUG
STARTERHANDGREEP
BRANDSTOFVULDOP
BRANDSTOFKLEPHENDEL
KENMERKEN
Oil Alert® Systeem (op sommige uitvoeringen)
"Oil Alert is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten"
Systeem 1 (sommige types)
Het Oil Alert-systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als er te
weinig olie in het carter aanwezig is. Al voordat het oliepeil in het carter
beneden een veilige grenswaarde daalt, schakelt het Oil Alert-systeem
automatisch de motor uit (de motorschakelaar blijft in de stand AAN).
Als de motor stopt en niet meer wil starten, moet u het motoroliepeil
controleren (zie pagina
8
) voordat u probeert problemen in andere delen op
te lossen.
Systeem 2 (sommige types)
Het Oil Alert-systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als er te
weinig olie in het carter aanwezig is. Al voordat het oliepeil in het carter
beneden een veilig niveau daalt, blokkeert het Oil Alert systeem het starten
van de motor.
Als de motor niet start, controleer dan het motorolieniveau (zie pagina
voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
BOUGIE
Voor uw eigen veiligheid, een goede naleving van de milieuvoorschriften en
een maximale levensduur van uw apparatuur is het van groot belang dat u
even de tijd neemt om de conditie van de motor te controleren voordat u de
motor inschakelt. Los eventuele gevonden problemen op of laat ze door uw
onderhoudsdealer verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
GASHENDEL
TERUGLOOPSTARTER
BRANDSTOFTANK
Controleer voordat u de gebruikscontrole uitvoert eerst of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand UIT (OFF) staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
DEMPER
1. Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
2. Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de uitlaatdemper
en de terugloopstarter.
3. Let op tekenen van schade.
4. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
MOTORSCHAKELAAR
alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid.
Controleer de motor
1.
Controleer het brandstofniveau (zie pagina
begint, hoeft u uw werk niet of nauwelijks te onderbreken om te tanken.
2.
Controleer het motoroliepeil (zie pagina
te laag oliepeil, kan er motorschade ontstaan.
Het Oil Alert-systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch wordt uitgeschakeld voordat het oliepeil daalt tot beneden
een veilige grenswaarde. Vermijd het ongemak van onverwacht
uitschakelen door het motoroliepeil altijd te controleren voordat u de
motor start.
3.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
4. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Neem de instructies door die worden geleverd bij de apparatuur die door
deze motor wordt aangedreven en let op voorzorgsmaatregelen en
procedures die u hoort te volgen voordat u de motor start.
8
)
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Als de motor niet correct wordt onderhouden of problemen
niet worden verholpen voordat de motor wordt gebruikt,
kunnen ernstige storingen ontstaan.
Sommige storingen kunnen resulteren in ernstige of dodelijke
letsels.
Voer voorafgaand aan elk gebruik altijd een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
7
). Als u met een volle tank
8
). Als de motor draait met een
9
). Een vervuild
3