7. Uitschakeling
Normale uitschakeling
1. Controleer voordat u de machine uitschakelt of de hoppers en vijzels leeg zijn.
2. Koppel de elektrische voeding los en vergrendel deze voordat u het werkgebied verlaat.
Nooduitschakeling
1. Zorg dat u weet hoe de vijzel in een noodsituatie moet worden uitgeschakeld.
2. Start de vijzel niet opnieuw wanneer deze is belast.
GEVAAR: start de apparatuur NOOIT wanneer deze is belast. Dit kan schade
veroorzaken. Dit soort schade wordt beschouwd als onjuist gebruik van
de apparatuur. Bij elk onjuist gebruik van de apparatuur vervalt de garantie.
3. Sluit de regelschuiven van de silokokers.
4. Sluit de elektrische voeding weer aan en ontgrendel deze.
5. Laat de vijzel geleidelijk leeglopen, totdat er geen graan meer aanwezig is en er geen obstructies
zijn.
Voorbereiding voor opslag
1. Sluit alle kokers naar de uitvoervijzel.
2. Plaats de veegvijzel met directe tandwielaandrijving recht boven de tussenkokers.
OPMERKING: controleer of de stangen van de koppelingsbediening zijn uitgeschakeld.
3. Zorg dat de losbuis leeg is.
4. Schakel de vijzel uit.
5. Controleer of alle bevestigingsmiddelen goed zijn vastgezet.
GEVAAR: betreed de graansilo NIET tenzij alle aangedreven apparatuur
is uitgeschakeld.
52
PNEG-1421CE-NL CE-goedgekeurde veegvijzel met directe tandwielaandrijving (met rolkokers)