Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van Het Toestel - Daalderop COMBIFORT Series Installatievoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Rookgascircuit
De rookgassen van het verbrandingsproces worden door de ventilator (1) van boven naar beneden
tussen de ribben van de warmtewisselaar (16) doorgeblazen. Hierdoor koelen de rookgassen sterk
af en ontstaat er onder in de warmtewisselaar condens.
Gesloten uitvoering
De Combifort® is van het type 'gesloten uitvoering'. Dit betekent dat een ventilator de lucht voor
de verbranding van buitenaf aanzuigt en dat de verbrandingsgassen via brander, warmtewisselaar
en rookgasafvoer weer naar buiten geblazen worden. De gesloten uitvoering en de speciale con-
structie van zowel de warmtewisselaar als de brander maken het noodzakelijk dat een ventilator
wordt toegepast. De ventilator is dan ook een wezenlijk onderdeel van het toestel.
Door de volledige voormenging van gas en lucht heeft de brander (16) een zeer geringe
vlamhoogte. Dit betekent een zeer lage NO x uitstoot, dus een milieuvriendelijke verbranding plus
een compacte constructie.

1.2 WERKING VAN HET TOESTEL

Geen warmtevraag
Het toestel zal een zelftest uitvoeren bij het aansluiten op het lichtnet en vervolgens iedere 24 uur.
De cv-pomp (23) zal daarbij gedurende 3 minuten draaien en de driewegklep (22) zal éénmaal
richting woning gestuurd worden teneinde te voorkomen dat hij gaat vastzitten.
De 'Continu comfort'-regeling
Bij gelijktijdige boiler- en woningvraag zal het toestel in principe beide afhandelen. In deze
situatie zal er 7,5 – 24 kW (24 kW-uitvoering) of 10 – 32 kW (32 kW-uitvoering) beschikbaar zijn
voor het verwarmen van de woning, afhankelijk van de grootte van de warmwatervraag. De
driewegklep (22) wordt dan in een middenpositie gestuurd, zodat een deel van het cv-water naar
de radiatoren wordt gepompt en een deel naar de boiler. Deze unieke driewegklepvermogens-
regeling voorkomt een temperatuurdaling in de woning tijdens de boileropwarming.
Warmtelevering
Warmtevraag en warmtelevering worden door middel van het statusdisplay op de regelunit (26)
kenbaar gemaakt.
Bij een warmtevraag zullen de cv-pomp (23) en ventilator (1) ingeschakeld worden. Na het
bereiken van het juiste toerental van de ventilator, zal de brander (14) ontstoken worden. Indien
na 5 seconden geen vlamsignaal aanwezig is, zullen er nog 2 startpogingen volgen met inachtne-
ming van de 15 seconden naspoeltijd. Indien het starten in zijn geheel niet lukt, zal het toestel
vergrendelen.
Bij een vlamstoring (wegvallen van de ionisatie tijdens branden) zal het toestel een tweevoudige
herstart uitvoeren.
Als de temperatuur van het cv-water hoger wordt dan 90 °C, zal de brander altijd gedoofd worden.
Het toestel beschikt over een antipendeltijd van 3 minuten. Na het verstrijken van deze tijd zal de
brander opnieuw ontstoken kunnen worden. Bij woningverwarming is deze antipendeltijd door de
installateur te wijzigen in 6 minuten of uit te zetten.
De cv-pomp blijft na afhandeling van de warmtevraag nog enige tijd nadraaien. De nadraaitijd
over de woning is 1 minuut. Hierna zal de driewegklep richting boiler gezet worden en zal de
cv-pomp 10 minuten over de boiler nadraaien. Deze nadraaitijden zijn te wijzigen (zie het
Combifort® servicehandboek sectie 5).
Indien er onvoldoende cv-waterdoorstroming is, zal dit waargenomen worden door de maxi-
maalthermostaat (8). Deze zal uitschakelen waarna het toestel in storing valt.
10
Installatievoorschrift

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave