Installatie- en gebruikershandleiding
6.6
Aansluitingen van de ingangen
UNILOG 300 bevat 5 ingangen en een voedingsaansluiting voor UNIGAS 300. De klemnummers en
benamingen zijn vermeld bij de aansluitklemmen in UNILOG 300 (Figuur 5). De ingangen zijn opeenvolgend
genummerd van 1 t/m 11 (zie Tabel 1).
1. Kabeldoorvoerwartel voor kabel van Encoder of seriële aansluiting
2. Kabeldoorvoerwartel voor kabel van voeding van UNIGAS 300 en/of pulsingangen
3. Afsluitdop voor kabeldoorvoerwartel
4. Aansluitklemmen 1 – 11
LET OP
Figuur 5
. Aansluitingen van de ingangen van UNILOG 300
Kabeldoorvoerwartels die niet gebruikt worden, dienen te worden
afgesloten met de meegeleverde afsluitdoppen.
DDN3004MHNL/09-2017/Rev.7
UNILOG 300 N33/N34/N35
11