5
Bediening
5.1
Acculader inschakelen
▶ Steek de stekker in het stopcontact.
◁ De groene LED netspanning op de acculader brandt.
5.2
Accu's aanbrengen en opladen
De accu's worden op volgorde van aanbrengen opgeladen, behalve wanneer de stroomvoorziening
uitvalt. Zodra de stroomvoorziening weer beschikbaar is, wordt eerst de linker accu (aansluiting 1) dan
de accu's in volgorde van aansluiting 2 t/m 4 opgeladen.
Uit veiligheidsoverwegingen wordt aanbevolen om de accu uit de acculader te nemen nadat het laden
is beëindigd.
Na het opladen dooft de laadtoestandindicatie op de accu en brandt de LED laadstatus op de
acculader.
Liion-accu's zijn altijd gebruiksklaar, ook wanneer ze ten dele zijn opgeladen. De voortgang van de
laadprocedure wordt door de LED-laadtoestandindicatie op de accu weergegeven.
1. Zorg dat de contacten schoon en vetvrij zijn, voordat u de accu aanbrengt.
2. Schuif de accu in de daarvoor bestemde aansluiting.
3. Let erop dat de geometrie/codering van de accu in overeenstemming is met de aansluiting.
◁ Na het vergrendelen van de accu in de acculader wordt de accu door de acculader herkend. Omdat
op volgorde van aanbrengen opgeladen wordt, start het opladen van de accu automatisch zodra
deze aan de beurt is.
5.3
Accu verwijderen
1. Bedien het ontgrendelingsmechanisme van de accu.
2. Trek de accu uit de acculader.
Printed: 21.06.2018 | Doc-Nr: PUB / 5253142 / 000 / 05
Nederlands
7