TST
5.2 Motor- en remaansluiting
Om een onberispelijke werking van de besturing te garanderen, dient u een afgeschermde
motorkabel te gebruiken. Bovendien mag u geen andere aders, met uitzondering van de
aders van de motoraansluiting, door deze leiding voeren.
Bij aandrijfeenheden met elektronische rem moet u op een voldoende ontstoring van de rem
letten. Wij raden aan om de ontstoring met weerstand-condensatoren uit te voeren.
Opdat het relais K2 als remrelais werkt moet de parameter P.702 = 3201 zijn ingesteld.
FEIG ELECTRONIC GmbH
Montagehandleiding
M
3~
Afbeelding 9: Motoraansluiting
Pagina 17 van 64
FUZ2-A-B-C-CX_Montageanleitung_3_NL.doc
FUZ2 -A/-B/-C/-CX