Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menulijst; Het Volume Regelen; De Hoofdstemming Wijzigen; De Ademhalingsgevoeligheid Regelen - Roland Aerophone AE-10 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Menulijst

Menu
Waarde
Standaard Uitleg
0 – 10
8
Volume
415,3 – 466,2 (Hz) 440,0
M.Tuning
L3, L2, L1, M, H1,
M
Breath
H2, H3
0–10
10
Tone Vol
Hangt af
-5 – +6
van de
Transpos
klank
Hangt af
-3 – +3
van de
Octave
klank
Hangt af
0 – 10
van de
Reverb
klank
Hangt af
0 – 10
van de
Chorus
klank
Hangt af
MFX1
Hangt af van
van de
de klank
MFX2
klank

Het volume regelen

Het volume regelt u in het algemeen met de kracht van uw adem terwijl u speelt, maar u kunt het volume ook in het menu
instellen. Hierdoor wordt het volume van de luidspreker en de PHONES/OUTPUT-aansluiting gewijzigd.

De hoofdstemming wijzigen

Wijzigt de stemming van de Aerophone.
De weergegeven waarde is de frequentie van de A-toon. Met de fabrieksinstellingen is de stemming van de Aerophone
ingesteld op A = 440,0 Hz, maar u kunt dit in een andere stemming zoals 442,0 Hz wijzigen.

De ademhalingsgevoeligheid regelen

Specificeert hoe het geluid reageert op de kracht van uw ademhaling.
Fortissimo (ff ) kan zelfs door relatief zacht te blazen, worden
L3, L2, L1
geproduceerd.
Deze instelling komt het dichtst bij de reactie van een echt
M
blaasinstrument.
H1, H2, H3 Fortissimo (ff ) wordt alleen geproduceerd, wanneer u tamelijk sterk blaast.

Klankvolume

Specificeert het volume van elke klank

De toonaard wijzigen (transponeren)

Transponeert het toonhoogtebereik van de klank in stappen van een halve toon.
-5
-4
-3
Als dit op "0" is ingesteld, produceert vingerzetting "C" in de "Fingering Chart" op het einde van deze handleiding toonhoogte C.
De altsaxofoon waarvan de grondtoon "E " is, wordt ingesteld op een transponeerinstelling van "+3" en de sopraansaxofoon
waarvan de grondtoon "B " is, wordt ingesteld op "-2".

De verandering van octaaf instellen

Verandert het toonhoogtebereik van de klank in stappen van één octaaf.
De waarde van de verandering van octaaf wordt op de juiste manier ingesteld voor elke klank, zodat die laatste het juiste
toonhoogtebereik heeft. Dit wordt bijvoorbeeld ingesteld op "0" voor de sopraansaxofoon, op "-1" voor de altsaxofoon en op
"-2" voor de baritonsaxofoon.

De galm instellen

Regelt de galmdiepte (de galm die kenmerkend is voor een optreden in een concertzaal).
Hogere waarden zorgen voor diepere galm; lagere waarden zorgen voor ondiepere galm.

Chorus instellen

Regelt de diepte van het choruseffect.
Chorus is een effect dat een mooie weidsheid en diepte creëert, door een licht gemoduleerd geluid toe te voegen.

Multi-effect-instelling

Specificeert de diepte van het effect dat wordt toegewezen aan elke klank.
* Het effecttype wordt ingesteld voor elke klank; het kan niet worden geselecteerd op de Aerophone.
& Raadpleeg 'Effect Flow' aan het einde van deze handleiding voor gegevens over de effectsignaalstroom.
Multi-effect-lijst
MFX-TYPE
Display
EQUALIZER
EQ
LOW BOOST
LOW
ENHANCER
EH
AUTO WAH
WAH
HUMANIZER
HMN
PHASER
PH
RINGMUDULATOR
RNG
TREMOLO
TRM
AUTO PAN
PAN
ROTARY
RTR
FLANGER
FL
SPACE-D
SPC
-2
-1 0
+1 +2
MFX-TYPE
Display
OVERDRIVE
OD
VERVORMING
DS
COMPRESSOR
CMP
LIMITER
LM
GATE
GAT
DELAY
DLY
LONG DELAY
LDL
3TAP PAN DELAY
3DL
TELEPHONE
TEL
PITCH SHIFTER
PS
GATED REVERB
GRV
Menu-instellingen
2: klankinstelling S: systeeminstelling
L3
L2
L1
M
H1
H2
H3
Ademhalingskracht
+3 +4 +5 +6
S
S
S
2
2
2
2
2
2
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ae-10

Inhoudsopgave