I
NSTALLATIE VAN DE KOELMIDDELLEIDING
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
I
Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de
buitenunit voor het monteren van de koelmiddelleiding van de
buitenunit.
I
Volg de technische gegevens van de buitenunit op voor extra
bijvullen, leidingdiameters en installatie.
I
De maximum toegelaten leidinglengte hangt af van het
aangesloten model van de buitenunit.
I
NSTALLATIE VAN DE LEIDINGEN
Beperkingen van de leidingen
1
2
A
3
L
4
5
1
Luchtbehandelingsunit
2
Aansluitleiding van expansieklepkit naar luchtbehandelingsunit
3
Klepkit
4
Vloeistofleiding
5
Gasleiding
A
L
(*) Onder of boven de klepkit.
L moet worden beschouwd als een deel van de totale maximale
leidinglengte. Zie de montagehandleiding van de buitenunit voor
installatie van de leidingen.
Leidingaansluitingen
Zorg ervoor dat de diameter van de gas- en vloeistofleidingen over-
eenstemt met de capaciteitsklasse van de luchtbehandelingsunit.
Capaciteitsklasse
luchtbehandelingsunit
50
63
80
100
125
140
200
250
400
500
Keuze van het leidingmateriaal
1.
Zorg dat de concentratie verontreinigingen in de leidingen
(waaronder oliën die tijdens de fabricage worden gebruikt)
maximaal 30 mg/10 m bedraagt.
2.
Gebruik voor koelmiddelleidingen materiaal met de volgende
specificaties:
I Constructiemateriaal:
naadloze koperen buis voor koelmiddel.
EKEQMCBAV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4P383213-1 – 2014.08
Max (m)
(*)
–5/+5
5
Aansluitleiding
Gasleiding
Vloeistofleiding
Ø12,7
Ø6,4
Ø15,9
Ø9,52
Ø19,1
Ø22,2
Ø28,6
Ø12,7
Ø28,6
Ø15,9
met
fosforzuur
gedeoxideerde,
I Getemperde kwaliteit: gebruik leidingen van getemperd staal
in functie van de leidingdiameter zoals aangegeven in de
tabel hieronder.
Leidingdiameter
≤15,9
≥19,1
O = Gegloeid
1/2H = Halfhard
I De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan
de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. De
minimale leidingdikte voor leidingen voor R410A moet
overeenstemmen met de waarden in de tabel hieronder.
Leidingdiameter
6,4
9,5
12,7
15,9
19,1
22,2
28,6
3.
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijg-
baar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken;
houd hierbij rekening met de volgende punten:
I neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde
diameter ligt.
I gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten
(lokale levering).
Waarschuwingen voor solderen
I
Werk met stikstof bij het solderen.
Wanneer u soldeert zonder stikstof te vervangen of zonder stik-
stof in de leiding te blazen, wordt een aanzienlijke geoxideerde
filmlaag op de binnenkant van de leidingen afgezet, wat een
nadelig effect heeft op de kleppen en de compressors in het
koelsysteem en een normale werking in de weg staat.
I
Wanneer u soldeert terwijl u stikstof in de leiding inbrengt, moet
de druk van de stikstof op 0,02 MPa staan met een reduceer-
ventiel (= net genoeg om op de huid te voelen).
1
2
6
1
Koelmiddelleiding
2
Te solderen deel
3
Tape
4
Handklep
5
Reduceerventiel
6
Stikstof
I
Raadpleeg de handleiding van de buitenunit voor meer
informatie.
Getemperde kwaliteit van het
leidingmateriaal
O
1/2H
Minimale dikte (mm)
0,80
0,80
0,80
0,99
0,80
0,80
0,99
3
4
5
6
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4