Pagina 3
MPPT zonnelader handleiding 7.3.1. VictronConnect-statusscherm ................. 35 7.3.2. VictronConnect-historiescherm ................36 7.3.3. VictronConnect foutrapportage ................37 7.4. Bewaking via een GX-apparaat en VRM ................37 8. Garantie ..........................39 9. Probleemoplossing en ondersteuning ..................40 9.1. De controller is niet in werking ................... 40 9.1.1.
Pagina 4
MPPT zonnelader handleiding 11.3. Overzicht foutcodes van de lader ..................59...
MPPT zonnelader handleiding 1. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen 1.1. Algemene veiligheidsmaatregelen • Lees deze handleiding zorgvuldig. Deze bevat belangrijke instructie die opgevolgd moeten worden tijdens installatie, gebruik en onderhoud. • Bewaar deze instructies om deze later te kunnen raadplegen voor gebruik en onderhoud •...
Pagina 6
MPPT zonnelader handleiding De aardklem bevindt zich in het bedradingscompartiment en is te herkennen aan dit symbool: Pagina 2 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...
MPPT zonnelader handleiding 2. Inleiding De Victron Energy BlueSolar charge controller is een ultrasnelle maximale vermogenspunt tracking (MPPT) zonnelader met een uitstekende conversie-efficiëntie en is geschikt voor een breed bereik aan accu's en PV-voltages. 2.1. Accuvoltage, PV-voltage en stroombereik De zonnelader kan een accu met een lagere nominale spanning opladen vanaf een PV-reeks met een hogere nominale spanning.
MPPT zonnelader handleiding 3. Kenmerken 3.1. Automatische accuvoltagedetectie De zonnelader detecteert automatisch een 12, 24 of 48 V systeemvoltage (accuvoltage) bij de eerste keer opstarten. Wanneer op een later moment een ander systeemvoltage nodig is, kan dit handmatig worden geconfigureerd in de zonneladerinstellingen. 3.2.
MPPT zonnelader handleiding De VictronConnect-app kan gedownload worden van app-winkels of van de Victron Energy downloadpagina. De app is beschikbaar voor de volgende platformen: • Android • Apple iOS (Houd er rekening mee dat USB niet wordt ondersteund, het is alleen mogelijk verbinding te maken via Bluetooth) •...
MPPT zonnelader handleiding • Een GX-apparaat • Het VRM Portal (GX-apparaat of GlobalLink 520 benodigd) • De MPPT Control - een extern beeldscherm dat wordt aangesloten op de VE.Direct-poort (de VE.Direct-kabel wordt niet meegeleverd met de MPPT Control) 3.7. VE.Direct-poort De VE.Direct-poort wordt gebruikt om te communiceren met de zonnelader.
MPPT zonnelader handleiding 3.9. Temperatuurdetectie Temperatuurmeting maakt temperatuurgecompenseerd laden mogelijk. De absorptie- en float-laadvoltages worden aangepast op basis van de accutemperatuur (accessoire vereist) of anderszins op de interne temperatuur van de zonnelader. Bij het opladen van loodzuuraccu's in warme of koude omgevingen is temperatuurgecompenseerd laden van de accu nodig. De temperatuurcompensatie kan worden in- of uitgeschakeld in de zonneladerinstellingen en de hoeveelheid compensatie, de compensatiecoëfficiënt (mV / °C), is aanpasbaar.
MPPT zonnelader handleiding 3.10. Spanningsdetectie Een optionele Smart Battery Sense accumonitor meet het accuklemvoltage en stuurt deze via Bluetooth door gebruik te maken van het VE.Smart [28]-netwerk naar de zonnelader. Als het accuvoltage lager is dan het zonnelaadvoltage, zal de zonnelader zijn laadvoltage verhogen om voltageverliezen te compenseren.
MPPT zonnelader handleiding 4. Installatie De DC (PV)-ingang is niet geïsoleerd van het accucircuit. Daarom worden de PV-, accu- en stuurcircuit als gevaarlijk beschouwd en mogen ze niet voor de gebruiker toegankelijk zijn. Voor correct temperatuurgecompenseerd opladen van de accu moet de omgevingstemperatuur van de zonnelader en de accu binnen 5 °C (9 °F) zijn.
MPPT zonnelader handleiding 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 12 V 12 V 12 V 12 V 12 V 12 V 12 V 12 V 240 W 240 W 480 W 24 V 12 V 24 V...
MPPT zonnelader handleiding Aardingsstoringdetectie De zonnelader heeft geen interne aardingsstoringbeveiliging. De Amerikaanse Nationale Electriciteitsnorm (USA National Electrical Code - NEC) vereist het gebruik van een apparaat ter beveiliging tegen aardingsstoringen (external ground fault protection device - GFPD). De minpool van het systeem dient via een GFPD met de aarde verbonden te zijn op één (alleen één enkele) locatie. Wanneer een aardingsstoring wordt aangegeven, kunnen accupolen en aangesloten circuits ongeaard en gevaarlijk zijn.
Pagina 16
MPPT zonnelader handleiding Voor meer informatie, bekijk de MPPT Control beeldscherm handleiding VE.Direct cable Verbind het beeldscherm met de zonnelader via een VE.Direct-kabel. Pagina 12 Installatie...
Wijzig de instellingen van de zonnelader alleen als u weet wat ze zijn en wat het effect kan zijn van het wijzigen van deze instellingen. Incorrecte instellingen kunnen problemen in het systeem veroorzaken waaronder schade aan de accu's. Vraag bij twijfel advies aan een ervaren Victron Energy-installateur, -dealer of -distributeur.
Pagina 18
MPPT zonnelader handleiding Gebruik een kleine platte schroevendraaier om de draaischakelaar te draaien. De pijl geeft aan welk instellingnummer is geselecteerd. De onderstaande tabel geeft het laadalgoritme en de laadinstellingen voor elke draaischakelaarpositie weer. Draaischakelaar in positie 2 Door aan de draaischakelaar te draaien, worden de laadinstellingen overgeschreven, inclusief instellingen die zijn gemaakt met de VictronConnect-app of met het beeldscherm.
Wijzig de instellingen alleen als u weet wat ze zijn en wat het effect is van het wijzigen van deze instellingen. Incorrecte instellingen kunnen problemen in het systeem veroorzaken waaronder schade aan de accu's. Vraag bij twijfel advies aan een ervaren Victron Energy-installateur, -dealer of -distributeur. Pagina 15...
MPPT zonnelader handleiding 5.2.1. Accu-instellingen Accuvoltage Het accuvoltage wordt automatisch gedetecteerd bij de allereerste keer opstarten van de zonnelader en het accuvoltage wordt dienovereenkomstig ingesteld. Verdere automatische detectie is uitgeschakeld. Als het accuvoltage lager is dan 7 V tijdens automatische detectie, wordt de accuspanning tijdelijk ingesteld op 12 V en wordt de automatische detectie opnieuw gepland voor de volgende inschakeling.
MPPT zonnelader handleiding • Creëer, wijzig of verwijder een door de gebruiker gedefinieerde voorinstelling. Deze instelling maakt gebruik van vooraf gedefinieerde fabrieksvoorinstellingen voor een grote verscheidenheid aan accutypen. Deze voorgedefinieerde laadalgoritmen zijn geschikt voor bijna alle installaties. Het is ook mogelijk om door de gebruiker gedefinieerde accuvoorinstellingen te maken. Het hoofdstuk Pas het acculaadalgoritme aan [17] legt uit hoe u dit doet.
MPPT zonnelader handleiding Alleen ervaren gebruikers zouden gebruiker gedefinieerde acculaadalgoritmen moeten configuren of aanpassen. Een verkeerd gedefinieerd acculaadalgoritme kan leiden tot accuschade of tot onveilige situaties. Een basis acculaadalgoritme wijzigen: • Selecteer een vooraf ingesteld accutype dat het beste past bij uw accutype. •...
Pagina 23
MPPT zonnelader handleiding Absorptievermogen Deze instelling stelt het absorptievoltage in. Adaptieve absorptietijd Deze instelling schakelt de adaptieve absorptietijd in of uit. • Wanneer uitgeschakeld: De lengte van de absorptiefase is elke dag hetzelfde, de lengte wordt bepaald door de instelling “Maximale absorptietijd”, mits er voldoende zonne-energie is.
Pagina 24
MPPT zonnelader handleiding Een voorbeeld: Als de re-bulkcompensatie is ingesteld op 0,1 V en het float-voltage op 13,8 V, wordt de laadcyclus opnieuw gestart zodra de accuspanning gedurende één minuut onder 13,7 V (13,8 minus 0,1) daalt. Egalisatiespanning Deze instelling stelt het egalisatievoltage in. Egalisatiestroompercentage Deze instelling stelt het percentage van de instelling “maximale laadstroom”...
MPPT zonnelader handleiding Temperatuurgecompenseerde laadgrafiek Standaard gebruikt de zonnelader zijn interne temperatuur voor accutemperatuurgecompenseerd laden. Er wordt 's ochtends een interne temperatuurmeting gedaan en vervolgens weer wanneer de zonnelader minimaal een uur inactief is geweest, bijvoorbeeld wanneer de oplader niet actief een accu oplaadt of een belasting levert. Wanneer de zonnelader deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk en een accutemperatuurmeting ontvangt van een BatterySense of een accumonitor met temperatuursensor, wordt de werkelijke accutemperatuur gedurende de dag gebruikt voor temperatuurgecompenseerd opladen.
MPPT zonnelader handleiding De beschikbare bedieningsmodi zijn: • Altijd uit De belastingsuitgang is altijd UIT • BatteryLife-algoritme: Dit is een zelfaanpassend algoritme om de levensduur van de accu te maximaliseren. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3.9.1 BatteryLife. • Conventioneel algoritme 1: 12 V-systeem UIT wanneer Vbatt <...
MPPT zonnelader handleiding Straatverlichtingregeling De zonnelader bedient de straatverlichting: • Via de TX-poort samen met een VE.Direct TX digitale uitgangskabel. Zie ook het TX-Poortinstellingen [25] hoofdstuk voor meer details. Het straatverlichtingalgoritme wordt altijd toegepast in combinatie met de instellingen zoals geconfigureerd in het belastingsuitgangmenu: •...
Pagina 28
MPPT zonnelader handleiding De dimfunctie vereist dat de TX-poortfunctie geconfigureerd is op een van de “Licht dimmen” instellingen. Dit zodat de TX-poort een PWM-signaal afgeeft dat kan worden gebruikt om het licht te dimmen. Als de TX-poortfunctie niet is ingesteld op een van de “Licht dimmen”...
MPPT zonnelader handleiding Middelpuntverschuiving De tijd van middernacht wordt geschat op basis van zonneactiviteit en is afhankelijk van uw geografische locatie. Zomertijd kan een verdere afwijking tussen de “zonne-” en de “klok-” middernacht veroorzaken. De middelpuntverschuivingsfunctie zal deze verschillen compenseren. Gebruik 0 om de verschuiving uit te schakelen (standaard). De instelling middelpuntverschuiving is alleen relevant als uw straatverlichtingprogramma “Middernacht”...
Zodra de gegevensontvangst is voltooid, keert het automatisch terug naar de geconfigureerde TX-functie. Voor diepgaande “ontwikkelaars stijl” informatie over de VE.Direct-poort, zie de technische informatie Datacommunicatie met Victron Energy producten. 5.2.5. RX-Poortinstellingen De VE.Direct-RX-poort kan worden gebruikt om een signaal van een extern apparaat te ontvangen. Bijvoorbeeld om de zonnelader aan (of uit) te zetten op basis van een signaal dat wordt verzonden door een accubeheersysteem (BMS).
Deze instelling staat aan / uit bediening van de belastingsuitgang toe: - RX-Pin 0 V zal de belastingsuitgang uitschakelen - RX-Pin +5V zal de belastingsuitgang inschakelen Voor meer diepgaande “ontwikkelaars stijl” informatie over de VE.Direct-poort zie de Datacommunicatie met Victron Energy producten whitepaper. 5.3. Firmware bijwerken De firmware kan worden gecontroleerd en bijgewerkt met VictronConnect.
MPPT zonnelader handleiding 5.4. VE.Smart-netwerk Via het VE.Smart-netwerk kunnen verschillende producten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gegevens delen via Bluetooth. De VE.Smart is speciaal ontworpen voor kleinere systemen waarin geen GX-apparaat is geïnstalleerd. Als de zonnelader deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk, kan deze gegevens ontvangen of communiceren met de volgende apparaten: •...
MPPT zonnelader handleiding Er kan maar één product in het netwerk zijn dat het accuvoltage en / of accutemperatuur doorgeeft. Het is niet mogelijk om een accumonitor samen met een Smart Battery Sense of meerdere van deze apparaten te gebruiken. Om het netwerk te laten werken, moeten alle netwerkapparaten zich binnen de Bluetooth-transmissieafstand bevinden.
MPPT zonnelader handleiding VE.Smart-netwerk pop-up Om te controleren of alle apparaten actief communiceren met hetzelfde VE.Smart-netwerk, navigeert u naar de instellingenpagina van een van de netwerkapparaten en klikt u op “VE.Smart-netwerken”. Er wordt een scherm weergegeven met de apparaatparameters van dit apparaat die worden gedeeld en alle andere apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten worden weergegeven.
MPPT zonnelader handleiding 6. Bediening 6.1. Opstarten De zonnelader zal opstarten zodra deze is aangesloten op een accu en / of op een zonnepaneel. Zodra de zonnelader is ingeschakeld, kan deze communiceren via de VE.Direct-poort . De data van de zonnelader kan worden uitgelezen en configuraties kunnen worden gemaakt door gebruik te maken van VictronConnect of het optionele beeldscherm.
MPPT zonnelader handleiding probleem in het standaardalgoritme. In de meeste gevallen is het echter nog steeds beter dan een vaste absorptietijd, ongeacht andere laadbronnen of de accustatus. Het is mogelijk om het standaard absorptietijdalgoritme te overschrijven door een vaste absorptietijd in te stellen bij het programmeren van de zonnelaadregelaar. Houd er rekening mee dat dit kan leiden tot het overladen van uw accu's.
MPPT zonnelader handleiding Om de zonnelader te herstarten nadat deze uitgeschakeld was, voer deze stappen uit in de voorgeschreven volgorde: 1. Sluit de accuvoeding aan op de zonnelader door de accuvoeding in te schakelen of door de zekering(en) te plaatsen. 2.
MPPT zonnelader handleiding 7. Monitoring Dit hoofdstuk beschrijft alle verschillende bewakingsmethoden en voor elke methode hoe u toegang krijgt tot live data, historische data en fouten. 7.1. LED-Indicaties De zonnelader heeft drie LED's om de operationele status aan te geven, een blauwe, groene en een gele LED. Deze LED's geven respectievelijk de laadfases bulk, absorptie en float aan, maar worden ook gebruikt om andere laadsituaties en foutsituaties aan te geven.
MPPT zonnelader handleiding 7.2. Foutcodes In geval van een fout wordt een foutcode weergegeven via VictronConnect, een beeldscherm, een GX-apparaat of op VRM. Elk nummer hoort bij een specifieke fout. Zie de bijlage voor een volledige lijst met foutcodes en hun betekenis: Overzicht foutcodes van de lader [59].
MPPT zonnelader handleiding Absorptie Tijdens deze fase schakelt de zonnelader over naar de constante voltagemodus, waar een vooraf ingesteld absorptievoltage wordt toegepast. Als de laadstroom lager wordt dan 2A of als de vooraf ingestelde absorptietijd is verstreken, is de accu volledig opgeladen en komt de zonnelader in de float-fase.
MPPT zonnelader handleiding Door op een balk (dag) in de grafiek te klikken, wordt de informatie uitgevouwen. Het toont de tijd en het percentage van de totale oplaadtijd die de zonnelader heeft doorgebracht in elke bulk-, absorptie- en float-laadfase. U kunt de laadtijden gebruiken om te zien of de PV-panelen de juiste grootte hebben voor uw vereisten. Een systeem dat nooit de float-fase bereikt, heeft mogelijk meer panelen nodig.
Pagina 42
MPPT zonnelader handleiding Alarmregistratie van de zonnelader via VRM Pagina 38 Monitoring...
Deze beperkte garantie dekt geen schade, verslechtering of storingen als gevolg van reparaties die door iemand zijn uitgevoerd, die niet door Victron Energy is geautoriseerd om dergelijke reparaties uit te voeren. Het niet naleven van de instructies in deze handleiding maakt de garantie ongeldig.
Mocht dit het probleem niet oplossen, neem dan contact op met het verkoop punt voor technische ondersteuning. Wanneer het verkoop punt onbekend is, ga naar de Victron Energy support webpagina. 9.1. De controller is niet in werking Om de controller te laten werken, moet deze worden ingeschakeld.
MPPT zonnelader handleiding Accuvoltage Operationele status Te ondernemen actie Herstel de accuvoeding. Geen voltage Niet gevoed Zie hoofdstuk: “probleem accuvoeding” Er is wellicht een fout in de controller. Juist voltage Niet gevoed Neem contact op met uw Victron-dealer of -distributeur. Gevoed, maar niet aan het Verbind PV-voeding en controleer of het laden van de accu begint.
MPPT zonnelader handleiding Voorbeelden van juiste en onjuiste (omgekeerde) accupolariteit Houd er rekening mee dat een rode kabel of een kabel met positief label niet daadwerkelijk betekent dat de kabel inderdaad een positieve kabel is. Er kan een fout zijn gemaakt in de bedrading of labels tijdens de installatie van de zonnelader.
MPPT zonnelader handleiding 9.2.5. PV-voltage te laag De zonnelader zal beginnen met laden wanneer het PV-voltage 5 V hoger is dan het accuvoltage. Zodra het laden begonnen is, moet het PV-voltage 1 V hoger blijven dan het accuvoltage om te blijven laden. Controleer het PV- en accuvoltage WAARSCHUWING: Afhankelijk van het zonnelader model kan het PV-voltage tot 250 Vdc zijn.
MPPT zonnelader handleiding • Verkeerde paneeltypes - 12 V zonnepanelen en een 24 V accubank. Omgekeerde PV-polariteit: • Het positieve en negatieve zijn verwisseld bij aansluiting op de controller, lees de volgende paragraaf: “Omgekeerde PV- polariteit". 9.2.6. Accuvoltage instellingen te laag De accu wordt niet opgeladen als de instelling “accuvoltage”...
MPPT zonnelader handleiding Accuvoltage controle Gebruik de VictronConnect-app, een aangesloten display of een GX-apparaat om erachter te komen wat de accuklemspanning van de controller is. Als dit niet beschikbaar is, gebruik dan een multimeter om de accuspanning aan de klemmen van de controller te meten. Gebruik een multimeter om de spanning aan de accupolen te meten.
MPPT zonnelader handleiding VictronConnect: schermafbeelding van een fout #33 en een schermafbeelding van de historie die een fout aangeeft Controleer de open circuit voltage (Voc) specificatie van de PV-reeks. Verzeker dat dit minder is dan het maximum gespecificeerde voltage van de zonnelader. Gebruik de MPPT-maatcalculator op de productpagina van de zonnelader.
MPPT zonnelader handleiding De eerste stroomreductie vindt plaats aan het einde van de absorptiefase, wanneer de accu voor ongeveer 80 % is opgeladen. De stroom zal blijven afnemen tijdens de float-fase, wanneer de batterij ongeveer 80 tot 100 % is opgeladen. De float-fase begint wanneer de batterijen 100 % vol zijn.
MPPT zonnelader handleiding Vergelijk de twee voltages en bekijk of er een voltageverschil is. 9.3.5. Temperatuurverschil tussen zonnelader en accu Het is belangrijk dat de omgevingstemperaturen van de accu en de controller gelijk zijn als de zonnelader geen accutemperatuurgegevens ontvangt. Dit hoofdstuk is niet van toepassing als de zonnelader is aangesloten op een VE.Smart-netwerk met een accutemperatuurmeting of is voorzien van een temperatuursensor (MPPT RS).
MPPT zonnelader handleiding 9.4. Accu's zijn overladen Accu's die zijn overladen zijn zeer gevaarlijk! Er is een risico op accu-explosies, -brand of -zuurlekkage. Rook niet, maak geen vonken en heb geen open vuur in dezelfde ruimte als waar de accu's zich bevinden. Het overladen van een accu zal schade aan de accu veroorzaken en kan komen door: •...
MPPT zonnelader handleiding en de cyclushistorie van de accu toegankelijk. Dit geeft een compleet beeld van de accuhistorie en er kan worden bepaald of de accu aan het einde van zijn levensduur is of misbruikt is. VictronConnect-app toont de historie van de BMV-accumonitor Controleren of de accu zijn levensduur bijna heeft bereikt: Zoek uit hoeveel laad- en ontlaadcycli de accu heeft gehad.
MPPT zonnelader handleiding • Schaduw van bomen of gebouwen. • Vieze panelen. • Verkeerde oriëntatie en / of helling. • Defecte of slechte zonnepanelen. • Problemen met bedrading, zekeringen, stroomonderbrekers, bedradingspanningsval. • Slechte splitters of combiners, of ze worden op een onjuiste manier gebruikt. •...
MPPT zonnelader handleiding 9.5.4. Het maximale PV-uitgangsvermogen heeft betrekking op het accuvoltage De uitgangsstroom van de zonnelader is beperkt tot de gespecificeerde stroomsterkte. Dit betekent dat het uitgangsvermogen zal variëren, afhankelijk van het voltage van de accu. Bijvoorbeeld: Een 75/15 zonnelader heeft een gespecificeerde uitgangsstroom van 15 A. Dit is de stroom die naar de accu's toe gaat. Dit betekend dat wanneer de zonnelader is aangesloten op een 12 V-accu, er minder stroom naar de accu toegaat dan met een 24 V-accu.
MPPT zonnelader handleiding Bijna alle optimizers bevatten een MPPT of andere volgmechanismen en dit interfereert met het MPPT-algoritme in de zonnelader. 9.5.9. Aardingsfoutdetectie ontbreekt Deze zonnelader is niet uitgerust met een aardingsfoutrelais of een aardingsfoutwaarschuwingscircuit. Gebruik een extern aardfoutrelais of een aardingsfoutdetector. 9.5.10.
MPPT zonnelader handleiding • Controleer of Bluetooth is ingeschakeld Het is mogelijk om Bluetooth in / uit te schakelen in de productinstellingen. Om opnieuw in te schakelen: Maak verbinding met de SmartSolar-zonnelader via de VE.Direct-poort. Navigeer naar de controllerinstellingen en vervolgens naar “productinfo”. Schakel Bluetooth opnieuw in.
MPPT zonnelader handleiding 9.7.3. Firmwareproblemen Update de firmware om een firmware-bug uit te sluiten. OPMERKING: Het kan handig zijn om het firmwarenummer voor en na de update op te schrijven. Dit kan nuttige informatie zijn als u ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste verbinding heeft de controller mogelijk de firmware bijgewerkt.
MPPT zonnelader handleiding 10. Technische specificaties 10.1. Specificaties 100/30 en 100/50 MPPT 100/30 MPPT 100/50 Accuvoltage (auto selecteren) 12 V of 24 V Nominale oplaadstroom 30 A 50 A 1a,b Nominaal PV-vermogen, 12 V 440 W 700 W 1a,b Nominaal PV-vermogen, 24 V 880 W 1400 W Maximaal PV-opencircuitvoltage...
MPPT zonnelader handleiding 11.3. Overzicht foutcodes van de lader In dit overzicht staan alle mogelijke foutcodes die kunnen worden gegenereerd door een zonnelader of AC-lader. De foutcodes worden weergegeven op het beeldscherm van de lader, het externe beeldscherm of via een aangesloten GX- apparaat.
MPPT zonnelader handleiding Neem contact op met uw dealer, er is mogelijk een hardwarefout. Fout 26 - Klem oververhit Voedingsklemmen zijn oververhit, controleer de bedrading, inclusief het type bedrading en het type aders en / of draai indien mogelijk bouten vast. Deze fout wordt automatisch gereset.
Pagina 65
MPPT zonnelader handleiding De lader wordt parallel geschakeld aan een andere lader met andere instellingen en / of een ander laadalgoritme. Zorg ervoor dat alle instellingen hetzelfde zijn en werk de firmware bij op alle acculaders naar de nieuwste versie. Fout 67 - BMS-Verbinding verbroken De lader is geconfigureerd om te worden bestuurd door een BMS, maar ontvangt geen besturingsberichten van een BMS.
Pagina 66
MPPT zonnelader handleiding 3. Wacht 3 minuten en schakel opnieuw in. 4. Configureer de lader opnieuw. Meld dit alstublieft aan uw Victron-dealer en vraag hem om het aan Victron te melden; aangezien deze fout nooit zou mogen gebeuren. Voeg bij voorkeur de firmwareversie en andere details (VRM-URL, VictronConnect-schermafbeeldingen of vergelijkbaar) toe.