Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Elektrisch Systeem; Elektrische Aansluitingen Tot Stand Brengen; Elektrische Aansluiting - AIT WR 2.1 Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7

Montage elektrisch systeem

7.1
Elektrische aansluitingen
tot stand brengen
LET OP
Vernieling van de compressor door een verkeerd
draaiveld!
► Verzeker u ervan dat voor de voedingsstroom een
rechts draaiveld beschikbaar is.
Fundamentele informatie over de elektrische
aansluiting
Voor elektrische aansluitingen gelden eventueel
voorschriften van het lokale energiebedrijf
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een vermogensschakelaar die op
alle polen is aangesloten en een afstand van ten
minste 3 mm tussen de contacten heeft (volgens
IEC 60947-2)
Let op de waarde van de uitschakelstroom
(
"Technische gegevens / leveringsomvang",
 
pagina 11)
Neem de voorschriften voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) in acht
Leg
niet-afgeschermde
en afgeschermde leidingen (buskabels) op vol-
doende afstand (> 100 mm)
Maximale kabellengte: 30m
 Meer informatie over de kabelverlenging vindt u in
de handleiding van de warmtepomp

7.2 Elektrische aansluiting

Ter plaatse wordt de wandregelaar door de onderverde-
ling met het volgende schema elektrisch aangesloten:
1 Warmtepomp
2 Buskabel (afgeschermd)
(toebehoren: elektrische verbindingsset EVS
of EVS 8)
Technische wijzigingen voorbehouden | 83058800gNL | ait-deutschland GmbH
elektriciteitsleidingen
5
3 Lastkabel compressor
(toebehoren: elektrische verbindingsset EVS
of EVS 8)
4 Wandregelaar
5 Stuurspanning
6 Lastkabel compressor
7 Onderverdeling
1.
Leg de stekkers op de buskabel en lastkabel van
de warmtepomp.
 Gebruikershandleiding van de warmtepomp
2.
Open de spanbeugel (①) van de kabelinvoer.
1
3.
Steek de stekkers van de buskabel (②) en van de
lastkabel van de warmtepomp (③) tussen de bei-
de afdichtrubbers (④) en steek in de bijhorende
bus in de wandregelaar.
4
4.
Strip de regel- en sensorleidingen, de leiding voor
de EVU-barrière alsook kabels naar externe verbrui-
kers alvorens ze in de wandregelaar te leggen (stri-
plengte van de afzonderlijke aders: telkens 6 mm).
5.
Leid de kabels en leidingen tussen de beide af-
dichtrubbers (④) door, door de kabelkanaalen in
de wandregelaar en voer de elektrische aanslui-
tingen volgens het aansluitschema uit.
 "Aansluitschema´s", vanaf pagina 14
AANWIJZING
Het bedieningselement van de verwarmings-
en warmtepompregelaar kan door middel van
een geschikte netwerkkabel worden verbon-
den met een computer of netwerk, om de ver-
warmings- en warmtepompregelaar dan van
daaruit te besturen.
1
3
2
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave