Specificaties voor lokale zekeringen en kabels
Lokale
Model
zekeringen
20~125
16 A
H05VV-U3G
Model
Draad
20~125
Mantelkabel (2)
LET OP
Raadpleeg voor nadere details
bedrading" op pagina
De maximaal toegestane lengte van de transmissiebedrading tussen
binnen-
en
buitenunits,
en
afstandsbediening is als volgt:
1.
Buitenunit - binnenunit: max. 1000 m (totale draadlengte: 2000 m)
2.
Binnenunit - afstandsbediening: max. 500 m
V
OORBEELD VAN BEDRADING EN INSTELLEN
VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Aansluiten van de bedrading
Verwijder het deksel van de schakelkast zoals weergegeven in
afbeelding 12
en voer de aansluitingen uit.
1
Deurtje van schakelkast
2
Inlaat laagspanningsbedrading schakelkast
3
Inlaat hoogspanningsbedrading schakelkast
4
Bedradingsschema
5
Schakelkast
VOORZORGSMAATREGELEN
1
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar
de voedingsklemmenstrook.
-
Gebruik een ronde persaansluiting als isolatiekous voor
aansluiting op het klemmenblok voor de bedrading van de
units. Volg de onderstaande instructies als deze niet
beschikbaar zijn.
1
2
3
-
Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op
dezelfde voedingsklem (Losse aansluitingen kunnen over-
verhitting veroorzaken).
-
Sluit draden met eenzelfde gauge als volgt aan.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7
Voedingskabel
Draad
Diameter
Lokale reglementering
Diameter
2
0,75-1,25 mm
"Voorbeeld van
8.
tussen
de
binnenunit
en
1
Ronde krimpklem
2
Bevestig isolatiekous
3
Bedrading
Gebruik de voorgeschreven elektrische draad. Bevestig de
draad stevig op de aansluitingen. Klem de draad vast zonder
te grote kracht op de aansluiting uit te oefenen. Zie de tabel
hieronder voor de aanhaalkoppels.
Klemmenstrook voor transmissie van de unit
en afstandsbediening
Klemmenstrook voor voeding
-
Let erop dat er geen draden tussen het deksel en de
besturingskast worden gekneld.
-
Vul nadat de bedrading aangesloten is eventuele gaten in de
bedradingsopeningen in de behuizing met stopverf of
isolatiemateriaal (lokaal te voorzien) om te voorkomen dat
kleine dieren of vuil in de unit terechtkomen en een
kortsluiting veroorzaken in de besturingskast.
de
2
De totale spanning van de dwarsbedrading tussen binnenunits
moet minder dan 12 A bedragen. Tak de leiding buiten de klem-
menstrook van de unit af in overeenstemming met de normen
voor elektrische uitrustingen bij gebruik van een dubbele
voedingskabel met een gauge groter dan 2 mm
De aftakking moet zodanig worden beschermd dat die minstens
even goed is geïsoleerd als de voedingskabel zelf.
3
Sluit geen draden met een verschillende gauge aan op dezelfde
aardklem. Losse aansluitingen kunnen de bescherming aan-
tasten.
4
De afstandsbedieningskabels en aansluitdraden van de units
moeten zich op minstens 50 mm afstand bevinden van de
voedingskabel. Anders kan er een storing optreden als gevolg
van elektrische interferentie.
5
Raadpleeg de "Montagehandleiding van de afstandsbediening"
die is meegeleverd met de afstandsbediening voor het bedraden
van de afstandsbediening.
6
Sluit de voedingskabel nooit aan op de klemmenstrook voor
transmissiebedrading. Dit kan het hele systeem beschadigen.
7
Gebruik uitsluitend gespecificeerde draden en sluit die stevig
aan op de klemmen. Let op dat de draden geen externe druk
uitoefenen op de klemmen. De draden moeten zich ook in de
juiste volgorde bevinden zodat ze geen andere uitrusting
belemmeren zoals het openduwen van het servicedeurtje. Zorg
ervoor dat het deksel stevig sluit. Slecht uitgevoerde aan-
sluitingen kunnen oververhitting veroorzaken of, in het slechtste
geval, kortsluiting of brand.
Aanhaalmoment (N•m)
2
(Ø1,6).
FXMQ50-125P7VEB9
VRV systeem airconditioners
3P468515-4 – 12.2016
0,9
1,2