3 Maak een thermoaanvraag aan voor enkel de
primaire zone.
4 Wacht 1 minuut tot wanneer de unit zich heeft
gestabiliseerd.
5 Indien de secundaire pomp nog steeds werkt (de
groene LED op de rechtse pomp is AAN), verhoog
het debiet tot de secundaire pomp niet meer werkt
(LED is UIT).
6 Ga naar [8.4.A]: Informatie > Sensoren > Debiet.
7 Wijzig de instelling van de omloopklep om het
minimum vereiste debiet + 2 l/min te bereiken.
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/back-upverwarming
12 l/min
6.2.2
Ontluchten
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Voor zowel manuele als automatische ontluchting, wordt 1
temperatuurzone ontlucht bij elke nieuwe ontluchting. Om
de andere temperatuurzone te ontluchten moet u de
ontluchtingsfunctie herstarten. Wanneer u een ontluchting
voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtemperatuurzone
ontlucht.
6.2.3
Om te proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
INFORMATIE
Het proefdraaien is enkel van toepassing op de secundaire
temperatuurzone.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien
stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
EHVZ04+08S18+23DA
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495245-1B – 2017.12
Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unit
—
tijdens het testen opstarten in de geselecteerde bedrijfsmodus.
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
—
worden door de aanvoerwatertemperatuur (verwarm-/koelstand) en
de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
—
Om de temperatuur te controleren:
1 Ga naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
—
6.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
Het proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van de
verschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. Pomp
selecteert, zal het proefdraaien van de pomp starten).
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
—
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien van de stelmotor start.
Het proefdraaien stopt automatisch wanneer voltooid
(±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
—
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ Afsluiter-test
▪ Tweewegklep-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
—
▪ Omlooppomp SWW-test
6.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
—
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar
Programma en gebruik het programmeringsscherm
UFH Dekvloer drogen.
6 Inbedrijfstelling
—
—
—
Installatiehandleiding
25