BEDIENINGSINSTRUCTIES (vervolg)
KOEPEL ROTEREN
• Controleer rond de draaitafel op de koepel en rond het platform op obstakels.
• Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19)
• Beweeg de tuimelschakelaar TURRET ROTATION (KOEPELROTATIE) op de bedieningsconsole.
(Foto 23) De koepel kan in beide richtingen worden gedraaid.
RIJDEN MET PLATFORM OP — HORIZONTALE ONDERGROND
• Als het platform omhooggebracht is, wordt de rijsnelheid van de machine beperkt.
• Controleer altijd of de route vrij is van mensen en obstakels.
• Selecteer modus DRIVE (RIJDEN) op de bedieningsconsole. (Foto 13)
• Druk de voetschakelaar in. (Foto 14)
• Wijzig de snelheid door de gashendel langzaam naar voren of achteren te bewegen. (Foto 15)
• Verminder de snelheid door de gashendel in de richting te bewegen die tegengesteld is aan de
richting waarin de machine rijdt.
• Stop de machine door de servicerem te activeren. Dit doet u door de gashendel in de neutrale stand
terug te zetten en de voetschakelaar los te laten.
ARM INSCHUIVEN
• Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19)
• Beweeg de tuimelschakelaar BOOM RETRACT (ARM INSCHUIVEN) op de bedieningsconsole.
(Foto 24)
• De functie BOOM RETRACT (ARM INSCHUIVEN) kan onafhankelijk van BOOM RISER (STANG
ARM) of BOOM DOWN (ARM NEER) worden bediend.
PLATFORM NEERLATEN
• Controleer onder het platform op obstakels.
• Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19)
• Beweeg de tuimelschakelaar BOOM DOWN (ARM NEER) om de arm neer te laten. (Foto 25)
• Beweeg de tuimelschakelaar BOOM RISER DOWN (STANG ARM NEER) om de stang van de arm
neer te laten. (Foto 26)
NOOD-/GRONDBEDIENINGSELEMENTEN
• KLIM NOOIT LANGS DE ARM NAAR BENEDEN INDIEN HET PLATFORM NIET KAN WORDEN
INGESCHOVEN OF NEERGELATEN. Vraag iemand op de grond om de juiste
noodbedieningselementen te activeren en zo het platform in te schuiven, te roteren en neer te laten.
Deze bedieningselementen bevinden zich aan de voorzijde van de draaitafel. (Foto 27)
10