Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische specificaties
Type
Hz
FXFQ20~125
50 / 60
Type
MCA
FXFQ20~32
0,4
FXFQ40
0,5
FXFQ50
0,6
FXFQ63
0,9
FXFQ80
0,9
FXFQ100
1,4
FXFQ125
1,9
MCA: Minimaal opgenomen vermogen in het circuit (A)
MFA: Maximale zekeringsstroom (A)
KW: Nominaal afgegeven vermogen van de ventilatormotor (kW)
FLA: Maximaalstroom (A)
Raadpleeg
voor
LET OP
gegevens".
Specificaties voor lokale zekeringen en kabels
Lokale
Type
zekeringen
FXFQ20~125
16 A
Type
FXFQ20~125
Mantelkabel (2)
Raadpleeg voor meer informatie "Voorbeeld van
LET OP
bedrading" op pagina 8.
De maximaal toegestane lengte van de trans-
missiebedrading tussen binnen- en buitenunits,
en tussen de binnenunit en de afstandsbediening
is als volgt:
•
Buitenunit - binnenunit: max. 1000 m
(totale draadlengte: 2000 m)
•
Binnenunit - afstandsbediening: max. 500 m
Voorbeeld van bedrading en instellen van
de afstandsbediening
Aansluiten van de bedrading
Voedingsbedrading
Verwijder het deksel van de besturingskast (1) en sluit de
draden aan op de klemmenstrook van de voeding erin (L, N) en
sluit de aardingskabel aan op de aardingsaansluiting. Trek
daarbij de draden naar binnen door de opening in de behuizing
en klem de draden vast met de andere draden met behulp van
een klem zoals afgebeeld.
Transmissiebedrading van de unit en bedrading van de
afstandsbediening
Verwijder het deksel van de besturingskast (1) en trek de draden
naar binnen door de opening in de behuizing en sluit ze aan op
de klemmenstrook voor de transmissiebedrading van de unit
(F1, F2) en de bedrading van de afstandsbediening (P1, P2).
Maak de bedrading goed vast met een klem zoals afgebeeld.
Volt
Spanningsbereik
min. 198-max. 264 /
220-240 / 220
min. 198-max. 242
voeding
Ventilatormotor
MFA
KW
16 A
0,056
16 A
0,056
16 A
0,056
16 A
0,056
16 A
0,120
16 A
0,120
16 A
0,120
nadere
details
"Elektrische
Voedingsbedrading
Draad
Diameter
Lokale
H05VV-U3G
reglementering
Transmissiebedrading
Draad
Diameter
0,75-1,25 mm
(Zie afbeelding 10)
Na het aansluiten
Bevestig de kleine (bij de unit geleverde) afdichting rondom de
kabels om te voorkomen dat van buiten af water in de unit
terecht kan komen. Als twee of meer kabels nodig zijn, deel dan
de kleine afdichting in het vereiste aantal stukken.
Maak het deksel van de besturingskast vast.
Voorzorgsmaatregelen
FLA
1
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar
0,3
de voedingsklemmenstrook.
-
Gebruik een ronde krimpaansluiting als isolatiekous voor
0,4
aansluiting op het klemmenblok voor de bedrading van de
0,5
units. Volg de onderstaande instructies als deze niet
0,7
beschikbaar zijn.
0,7
1,1
1
2
1,5
-
Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op
dezelfde voedingsklem. (Losse draden kunnen oververhitting
veroorzaken.)
-
Maak de bedrading vast met de klemmen (geleverd bij de
unit) om externe druk op de bedradingsaansluitingen te
voorkomen. Maak stevig vast. Voer de bedrading netjes uit
zodat de besturingskast goed kan worden gesloten. Sluit het
deksel goed.
-
Sluit draden met dezelfde dikte als volgt aan.
Gebruik de voorgeschreven elektrische draad. Bevestig de draad
stevig op de aansluitingen. Klem de draad vast zonder te grote
kracht op de aansluiting uit te oefenen. Zie de tabel hieronder
voor de aanhaalkoppels.
2
Klemmenstrook voor transmissie van de unit
en afstandsbediening
Klemmenstrook voor voeding
-
Let erop dat er geen draden tussen het deksel en de
besturingskast worden gekneld.
-
Vul nadat de bedrading aangesloten is eventuele gaten in de
bedradingsopeningen in de behuizing met stopverf of
isolatiemateriaal (lokaal te voorzien) om te voorkomen dat
kleine dieren of vuil in de unit terechtkomen en een
kortsluiting veroorzaken in de besturingskast.
2
De totale stroom van de dwarsbedrading tussen binnenunits
moet minder dan 12 A bedragen. Tak de leiding buiten de
klemmenstrook van de unit af in overeenstemming met de
normen voor elektrische uitrustingen bij gebruik van een
dubbele voedingskabel met een dikte van meer dan dan 2 mm
(Ø1,6).
De aftakking moet zodanig worden beschermd dat die minstens
even goed is geïsoleerd als de voedingskabel zelf.
3
Sluit geen draden met een verschillende gauge aan op dezelfde
aardklem.
aantasten.
4
De bedrading van de afstandsbediening en transmissie van de
unit moet op minstens 50 mm van de bedrading van de voeding
liggen. Anders kan er een storing optreden als gevolg van
elektrische interferentie.
5
Raadpleeg de "Montagehandleiding van de afstandsbediening"
die is meegeleverd met de afstandsbediening voor het bedraden
van de afstandsbediening.
LET OP
3
1
Ronde krimpklem
2
Bevestig isolatiekous
3
Bedrading
Aanhaalkoppel (N•m)
Losse
aansluitingen
kunnen
De klant kan de thermistor van de afstands-
bediening selecteren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
0,79~0,97
1,18~1,44
2
de
bescherming
7
Advertenties
Inhoudsopgave
