Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CorroVenta SuperVision Gebruiksaanwijzing pagina 12

Inhoudsopgave

Advertenties

4. Na installatie van de Gateway gaat u verder met de benodigde sensornodes. Als de
sensornodes de laatste keer werden gebruikt met deze Gateway, hoeft u ze niet te koppelen,
omdat de vorige instellingen worden onthouden. Ga verder met stap 5.
Als de sensornodes nieuw zijn of afkomstig zijn van een ander SuperVision® systeem, koppelt
u de nodes een voor een op de volgende manier aan de Gateway:
Druk de knoppen op de Gateway en de sensornode gelijktijdig in en houd ze
ingedrukt. Als het Gateway-lampje op de sensornode groen wordt, is het koppelen
gelukt.
De koppeling en het functioneren kunnen op elk gewenst moment worden gecontroleerd
door de knop op de sensornode in te drukken. Als de knop wordt ingedrukt, wordt er een
meetbericht verzonden naar de Gateway. Als dit is ontvangen en bevestigd, zal het Gateway-
lampje op de sensornode groen gaan branden. Tegelijkertijd zal het sensorlampje op de
sensornode één keer knipperen voor elke werkende sensor die is aangesloten.
5. Voor iedere sensornode die u wilt gebruiken, doet u het volgende:
Sluit de RHT-sensor(en) aan en, indien nodig, de WME-sensor. Installeer de
sensornode op de plek waar deze nodig is. Druk de knop in en kijk naar de lampjes
bovenaan. Het sensorlampje zal één keer groen knipperen voor iedere aangesloten
sensor en het Gateway-lampje zal groen worden om te bevestigen dat er verbinding
is met de Gateway.
Noteer het serienummer van de gebruikte sensornode voor de betreffende positie
en noteer ook waar de respectievelijke sensoren zitten. Als alternatief kunt u ook
een foto maken waarop het nummer leesbaar is en waarop zichtbaar is hoe de
sensoren geïnstalleerd zijn.
6. Voordat u weggaat, moet u óf op internet kijken of alle units daar beschikbaar zijn óf het
Master-apparaat controleren. Zodra het SuperVision® symbool wordt weergegeven op het
standaardvenster, is er ook een SuperVision® menu beschikbaar door één keer op de knop
linksboven te drukken. In dit menu geeft het systeem de kwaliteit aan van zijn verbinding
met het mobiele netwerk plus het aantal gehoorde sensornodes en het totale aantal
aangesloten sensoren. Op de laatste regel staat hoeveel sensorfouten er zijn. Controleer of
de ontvangst goed is, of het aantal sensornodes en sensoren dat wordt aangegeven
overeenkomt met het geïnstalleerde aantal en of er geen uitgevallen sensoren zijn.
Om ervoor te zorgen dat alle door het systeem verzamelde data tijdens de latere analyse
makkelijk te vinden en te begrijpen is, noteert u het serienummer (SN) van de Gateway. Als
er bovendien meerdere sensoren worden gebruikt voor verschillende doeleinden, noteert u
de identiteiten en de sensoraansluitingen die voor elk doel worden gebruikt. Hieronder ziet
u een voorbeeld van welke informatie er goed wordt vastgelegd bij de werkplek in situaties
waarbij er meerdere units zijn en meerdere parallel lopende projecten. Dit om in een later
stadium alle gegevens nog te weten. Een alternatief voor het noteren van gegevens is
natuurlijk het maken van foto's waarop de units identificeerbaar zijn.
© Corroventa Avfuktning AB
2017.06
10 (27)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave